Pizzadoos-kunstwerkje van Jaap Nederlof (foto: Gertjan kleinpaste)

Het gaat niet goed met de Italiaanse krantenkiosken. Al kan je ze gemakkelijk tot het cultureel erfgoed van Italië rekenen. Veel kioskhouders raken op leeftijd en hun kinderen zien niets in het overnemen van de tanende nering. Het was m’n tweede nieuwsshock deze week. De eerste was een artikel in De Volkskrant, waarin de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, uitgebreid aan het woord kwam. Op ‘X’ ontspon zich daarover een aardig ‘gesprek’ tussen Daniëlle Vol en Wouter Kolff.

In het Volkskrantartikel, ik plaatste het ook op ‘X’, vertelt Halsema over een trend die zij ziet onder jongeren. Een soort nieuwe preutsheid die op een conservatieve tendens is gestoeld. Ze neemt de trend waar in haar gesprekken met studenten aan het MBO. Waar ze Andrew Tate wel eens ter sprake brengt. De gesprekken gaan over de kwetsbaarheid van jongeren, de risico’s van sexting, mobbing, conservatisme en extremisme op social media. Die online-wereld is voor heel veel jongeren relevanter dan alles wat er offline gebeurt.

De krant op de deurmat, wat in ons land lang de standaard was, of de krant bij de kiosk, vergezeld van een praatje met de verkoper, zijn haast iconen van een voorbije tijd. Nieuws zit in de smartphone en komt eruit via complexe algoritmes die voor je voorsorteren wat jij op de socials krijgt te zien.

Een terugkerend onderwerp in mijn bijdragen op dit platform is de teloorgang van intermenselijk contact en het effect daarvan op onze samenleving. We zouden er veel scherper bij stil moeten staan wat voor een wereld wij doorgeven aan de volgende generatie. Aan de generatie jongeren die nu het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs bevolken. Welk effect heeft het dat er nauwelijks nog toevallige ontmoetingen zijn met jou onbekende mensen. Die je een treinkaartje verkopen of een krant. Die jouw boodschappen afrekenen of je ticket controleren. Dat het vrijwel allemaal is vervangen door een contactloze samenleving, waarin je veel online bestelt, de boodschappen bij de zelfscan afrekent (Wel alles scannen hè), het treinkaartje uit een machine haalt en voor een poortje houdt. Dat de meeste communicatie via smartphones en laptops verloopt en dat er daarmee nauwelijks nog zicht op is wat zich via de schermpjes afspeelt. 

Ik geef les op een school voor voortgezet onderwijs. Ik weet dat op de laptops van mijn leerlingen, waarop de elektronische leeromgeving open staat ook voortdurend andere berichtjes binnenkomen. Dat een deel daarvan het daglicht niet verdraagt. Mijn vermoeden is dat het leerlingen eenzamer maakt. Zeker op het moment dat ze digitaal worden geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag of pestgedrag.

Mijn hypothese is dat om dit tij te keren, herstel van intermenselijk contact in de samenleving broodnodig is. Dat de offline-wereld terrein herovert op alles wat er nu online gebeurt. Dat een praatje maken weer vanzelfsprekend wordt. Ook met mensen die je niet of nauwelijks kent. Ook over ongemakkelijke zaken. Ook met mensen die anders denken over de dingen dan jij zelf doet. anders zijn zelfs. Dat je ergens met dat net gekochte krantje onder de arm een staand kopje espresso doet en met een wildvreemde de wereldproblemen doorneemt. Dat we onze ‘sociale bubbels’ uitkomen en ook het gesprek tussen generaties weten aan te gaan. Dat Femke Halsema, waarschijnlijk vele andere burgemeesters met haar, actief de jongeren opzoeken, draagt daaraan bij. Vooral als op tal van plekken dat voorbeeld wordt gevolgd.

Wat ons immers allemaal aan elkaar bindt, is dat we stuk voor stuk op zoek zijn naar geluk en naar ruimte om onszelf te kunnen en te mogen zijn. Daarvoor is contact met andere mensen onontbeerlijk. Met de krantenverkoper in de kiosk bijvoorbeeld. Of met de barista die jou een heerlijk kopje koffie presenteert aan de toonbank. Staand opdrinken graag en niet al te zwijgzaam.