Hoe voelen mijn buren zich in de Hoge Nieuwstraat, binnenstad van Dordrecht? Ziet hun leven er nu anders uit? Frits Baarda is het ze zelf gaan vragen, met een microfoontje aan zijn oude vishengel
Journalist Frits Baarda.

DORDRECHT. Corona is ongezien mijn straat binnengeslopen. Wat doet het virus met mijn buren in de Hoge Nieuwstraat, Dordrecht? Ik schrijf hun verhalen op en maak een foto. Portret van een gewone straat in ongewone tijden.

 

Walter van Bennekom, 70 jaar, psychiater, gepensioneerd geneesheer-directeur Yulius GGZ en medeoprichter polikliniek Autisme bij Volwassenen, 25/5/2020

De Verlichting

‘Op het nieuws blijven ze er maar op hameren. Ontzie de kwetsbare ouderen, blijf uit hun buurt. Potverdrie, houd er eens over op! Ik voel me helemaal niet kwetsbaar, ook al ben ik zeventig jaar. Iedere keer is het een confrontatie met je eigen vergankelijkheid, en met de naderende dood, natuurlijk weet ik dat. Het maakt me boos en opstandig.

Corona is geen vrolijk verhaal, voor niemand. In de stad hangt een ander soort stilte. Iemand zei laatst: “Het is een einde-van-de-wereld-sfeer“. Ja, eind maart voelde dat zo aan. Het wordt erger en erger, dacht ik, straks ben ik aan de beurt. Ik werd somberder, maar gelukkig schoot ik niet in een depressie. Het was een onbekende druk. Ik bleef werken, dat hielp, doorgaan met wat ik moest doen.

Sinds mijn pensionering als geneesheer-directeur, vijf jaar geleden, ben ik blijven werken. Zeker in deze tijden heb ik weinig vrije tijd. De wachtlijsten groeien. Als psychiater ben ik, samen met acht psychologen, verbonden aan de poli Autisme bij Volwassenen, onderdeel van Yulius GGZ. Behandelingen waren voorheen vooral gericht op kinderen en jeugdigen, maar die worden eens volwassen. Daar was lang minder aandacht voor.

In deze tijd hebben ze extra zorg nodig. Mensen met autisme zijn sneller overstuur, omdat ze hun routine kwijt zijn. Ze zijn gehecht aan voorspelbaarheid. Maar nu kunnen ze niet naar school, werk of naar de dagbesteding. Het is hun houvast en die is plotseling weg. Ze slapen slechter en raken gespannen. Het is een direct gevolg van corona.

Andere mensen met autisme vinden het minder erg. Corona komt hen goed uit, ze vonden al die mensen in de supermarkt toch al niks. Normaal hebben ze al een hekel aan recepties of verjaardagen. Ze trekken zich deze dagen steeds meer terug en kunnen zich eenzamer gaan voelen dan ze al waren.

Dat geldt ook voor mensen met een aanleg voor depressiviteit en schizofrenie. Die zijn toch al vaak op zichzelf en teruggetrokken. De quarantainemaatregelen en het gebrek aan bezigheden en contacten kunnen hun leven nog eenzamer maken. We zien dat in de wachtlijsten terug. Als psychiater kan ik een patiënt niet door de telefoon behandelen, dat heeft geen zin. Als alternatief huur ik een grote vergaderzaal, waar de patiënt en ik aan een grote tafel zitten.

Voor alle mensen, ook zonder psychiatrische achtergrond, zijn het weinig vrolijke tijden. Het lijkt of de hele samenleving autistischer is geworden, als gevolg van het verplicht afstand nemen. Maar je ziet ook mensen hun instincten volgen en in een overlevingsmodus komen. Ze zoeken naar een uitweg. Dat zie je terug in dat rare hamstergedrag. Ze maken zich druk om wc-papier. Het gaat uiteindelijk om dreigingen. Behoud ik mijn baan, zie ik mijn geliefden nog, maar natuurlijk is er ook de dreiging van de dood.

Het voelt niet als normaal, ook mijn perspectief heeft zich vernauwd. Niet meer naar de cursus klassieke Spaanse muziek, geen vakantie en mijn kleinkinderen alleen op afstand kunnen zien. Gisteren heb ik een geplande excursie naar Parijs moeten annuleren. We zouden plekken bezoeken waar Franse schrijvers hebben gewoond ten tijde van de Verlichting. De Verlichting! Alle extra’s die het leven leuk maken, gaan niet door.’