Toen Erik Winkelaar zelf nog een kind was ging dat anders. Moeders werkten niet en zorgden altijd voor de kinderen. Opa’s en oma’s waren niet in beeld om op kinderen te passen. We concluderen dan ook dat opa’s en oma’s onmisbaar zijn om onze economie draaiende te houden. Op de vraag of we dat moeten accepteren is Erik heel stellig: “Dat accepteer ik graag”. Gewoon omdat het leuk is om te doen. Hij hoeft er ook niets voor terug. Ieder moment dat ze met hun kleinkind door kunnen brengen is welkom.
De wereld is niet meer te vergelijken met 50, 60 of 70 jaar geleden. Het leven is gecompliceerd geworden, het is altijd druk en wat we doen en wat van ons verwacht wordt is voor bijna iedereen anders dan toen. Moeders en vaders werken vaak allebei om rond te kunnen komen en naast hun werk komen ze aan bijna niets anders toe dan hun gezin. Ouderen daarentegen hebben meer tijd dan vroeger. Ze zijn fitter en hebben meer tijd voor zichzelf en voor hun omgeving. Daarom passen ze op hun kleinkinderen, doen ze meer leuke dingen dan hun ouders deden en zijn daarnaast ook steeds vaker vrijwilliger. Ouderen zijn op allerlei manieren actief en een onmisbaar radertje geworden in een maatschappij die draait op vrijwillige inzet. Zij kunnen de “aandacht” geven die we anders te kort zouden komen.