Roos Sparreboom tijdens Tolerance in het Energiehuis. (Foto: Gertjan Kleinpaste)

Gisteravond zat ik in Ketel 1. Niet aan Ketel 1, maar erin. In het Energiehuis was een Meet Up over tolerantie. Georganiseerd door Kunstmin, Bibelot, de Popcentrale, de Bieb Aanzet en het Augustijnenhof.
Een overwegend jong publiek sprak met de moderator, rappers een jonge theatermaakster, Roos Sparreboom, zangeres Linde Schöne en elkaar over allerlei aspecten van tolerantie.

Wat ik er leerde? Dat jonge vrouwen die de muziekbusiness in willen sterk in hun schoenen moeten staan. Dat racisme vaker voorkomt dan je denkt. Dat het lastig is voor een moeder om op te komen voor haar zoontje dat gediscrimineerd wordt in z’n schoolklas. Dat het zo verduveld moeilijk is daarover in gesprek te gaan. Dat eelt op de ziel kweken gemakkelijker is.
Dat we allemaal zo onze vooroordelen hebben. Dat het goed is ook het gesprek aan te gaan met mensen waarmee je het hartgrondig oneens bent. Dat je buiten je eigen bubbel wijzer wordt.

“Ik discussieer met de wind over het pad dat ik kies. Ik luister naar de stad, omdat ze alles ziet”, zong Linde Schöne in haar lied ‘Ik loop’. Het voert wat ver de complete songtekst hier te citeren, maar zoek ‘m gerust op op internet. (Linde Schöne – Ik loop), want haar tekst mag er wezen.

Zoals ook het verhaal van theatermaakster Roos Sparreboom indruk op me maakte. Van linkse (GroenLinks) toneelschoolstudente die via een tinderdate geleidelijk bij Forum voor Democratie terecht is gekomen en daar ook weer afscheid nam. Ze werkt nu voor de VVD. Misschien is die reis – een persoonlijke zoektocht wellicht – wel interessanter dan alles wat ze haar publiek wel vertelde.

“Ik loop’ zong Linde Schöne. We lopen allemaal. We wandelen door het leven. Hoe mooi is het iedereen die je onderweg tegenkomt spontaan te begroeten en benieuwd te zijn naar de levenswandel van ieder ander die jouw pad kruist. Het vraagt wat lef. Buiten jouw eigen bubbel en comfortzone de ander te ontmoeten. Zonder te oordelen. Toch ligt daar waarschijnlijk dat wat de kern van tolerantie is. De onbekende (en bekende) ander zien zoals die is. Vanuit het besef dat iedereen mag zijn wie die is.