Onlangs las ik een column van Kees Thies, waarin hij schreef dat Dordrecht de laatste jaren steeds leuker is geworden. Nu heb ik alleen die ‘laatste jaren’ meegemaakt. Als import Dordtenaar heb ik hier immers geen historie en dus nauwelijks een beeld van hoe het was.

Maar leuk is Dordt absoluut. En fraai ook. Zeker wanneer je langs de havens of door de historische binnenstad slentert. Het water dat ons omringt maakt de aanblik van de stad idyllisch.

Ik zit graag op de kop van de Kalkhaven rustig over het water te turen. Met m’n rug naar het vervallen Teerlinkpand. ‘Sitting in the dock of the bay’ neuriënd. Ik zit graag op een bankje aan ‘t Groothoofd. Starend over het Drierivierenpunt. Dat zijn nou met precies twee markante plekken in de stad die in het bezit zijn van projectontwikkelaars. Over het Teerlinkpand van Arie van Pelt is veel te doen. Afgelopen zondag werd het ingepakt door boze stadsgenoten die liefst zouden zien dat de gemeente het pand onteigent. Het Groothoofd is ook alweer een behoorlijke tijd geleden door de gemeente verkocht aan Dudok. Ik had toen de hoop dat het de opmaat zou zijn om daar de vergane glorie die de aanblik van de horecatentjes kenschetst een flinke boost te geven. Zeker nu ook Hotel Bellevue alweer (niet van Dudok) zo lang leeg staat, biedt Dordts fraaiste en misschien wel meest kenmerkende plekje aan het water toch een wat deprimerende indruk.

Het blijft hopen dat projectontwikkelaars hun verantwoordelijkheid nemen en zich inspannen de meest markante plekken in de stad ook tot de mooiste plekjes van de stad te maken. Kansen volop lijkt mij. En een dure plicht aan de stad. Want leuke plekjes opkopen, is één ding, maar dan moet de nieuwe eigenaar er in het belang van de stad en al haar inwoners natuurlijk ook echt iets mee doen!