Foto: Gertjan Kleinpaste

Charlotte van Praag sprong regelmatig persoonlijk in de bres voor het Weizigtpark. Dan beende ze weer driftig de werkkamer van de wethouder binnen om meneer de stadsbestuurder eens even flink de oren te wassen.

Charlotte was een pittige tante die vanuit haar woning uitkeek over het park en die lokaal bekend stond als een gepensioneerde lerares Duits die stadsbestuurders ongezouten kritiek leverde als zij het ergens mee oneens was. In het Weizigtpark is een pad naar haar genoemd.

Twee weken geleden schreef ik al een column over de op stapel staande veranderingen in het park en over de argumenten waarop al die veranderingen zijn gestoeld. Daar zal ik niet opnieuw bij stil stil staan. Als lokaal politicus houd ik mij zelf niet bezig met dit dossier. Ik voel een persoonlijk belang bij dit park. Het is zo’n beetje m’n voortuin. Het algemeen belang kent vele gezichten; het persoonlijk belang kent slechts één gezicht. Wie het algemeen belang zorgvuldig wil wegen, moet er frank en vrij naar kunnen kijken.

Wel raakte ik onlangs in gesprek met een groepje verontruste dames die zich met Servaas Cobben, commissielid van het Forum voor Democratie in het park bevonden en die zich uitermate bezorgd toonden over de kap van 118 bomen. Er worden er overigens ook 145 teruggeplaatst. Eerder stond er al een buurtbewoonster aan m’n voordeur en inmiddels stellen de Verenigde Senioren Partij, de Socialistische Partij en de Partij van de Arbeid zich zo’n beetje op als de politieke klankkast van de sluimerende onvrede.

Jan Janssen breekt een lans voor het park en besteedde er uitvoerig aandacht aan in z’n wekelijkse, doorgaans zeer door mij gewaardeerde nieuwsbrief over allerhande culturele zaken in het Dordtse. Hij trekt nu een vergelijking tussen het park en het grootste Dordtse trauma uit de moderne geschiedenis: de sloop van het prachtige postkantoor in 1975.

Zelf zie ik eerder een parallel met de muur met het smeedijzeren hek bij de tuin van het Dordts museum. Daar zou een boot doorheen worden getrokken als daar niet vorig jaar in de nieuwsluwe periode (komkommertijd) een stokje voor was gestoken. De weerstand tegen dit kunstproject ‘Rivier Boot Stad’ groeide razendsnel en beïnvloedde effectief de publieke opinie. De stadsbestuurders hadden zich verkeken op de commotie die ontstond toen zij instemden met dit project van kunstenaar Edward Clydesdale Thomson en het Dordts museum.

Voor wat betreft het Weizigtpark; de gemeenteraad besloot op 21 september 2021 met een hamerslag en zonder tegengeluid of stemverklaringen (ook niet van de politieke partijen die zich nu roeren) tot de herinrichting van het ‘zuidelijk stationsgebied’, waarvan het park deel uitmaakt. Is dat toen een te lichtvaardige inschatting. Al waren er geen kritische insprekers geweest en maakten zelfs de Dordtse Bomenridders geen bezwaar tegen de afgegeven kapvergunning.

Het door S.G.A. Doorenbos ontworpen park is inmiddels zo’n 75 jaar oud. Het kende toen nog geen verbinding met het station. Bij alle plannen in de Spoorzone staan die verbinding en het zelfs over het spoor trekken van de groene parkstructuur centraal. We weten bovendien dat iemand die een boom plant dat feitelijk doet voor een volgende generatie. Wie echter bomen kapt, schopt onmiddellijk tegen de schenen van de mensen nu.

Persoonlijk hoeft er van mij niets te veranderen in het park. Ik loop er graag met m’n beide hondjes en geniet ervan zoals het er nu uitziet. Maar mijn opvatting hoeft niet congruent te zijn met het algemeen belang: sociale veiligheid, een duidelijke toegang tot het station, voor fietsers en voetgangers toegankelijke paden en een aangename overzichtelijke verblijfsruimte. Wijds zicht.

Misschien draait Charlotte van Praag zich om in haar graf. Wellicht heeft de gemeenteraad te lichtvaardig over de veranderingen gedacht. Zeker is dat het park een andere aanblik krijgt en dat het een volgende generatie zal zijn die het park pas weer in volle glorie zal ervaren. Tenzij de ophef groeit als komkommers in een warme vochtige zomer. Al blijft de vraag wie daar dan precies bij is gebaat. De andere les is dat er vanuit de lokale overheid nog beter met omwonenden en belanghebbenden moet worden gecommuniceerd over ingrijpende plannen in de directe leefomgeving. Voorkomen is – ook bij gekrakeel – beter dan genezen.