Foto: Gertjan Kleinpaste
Met enige regelmaat staat het Teerlinkpand in het centrum van de belangstelling. Ditmaal omdat Ben Corino vanaf het partyschip dat rondvoer bij de vlootschouw waarmee ‘Dordt in Stoom’ traditiegetrouw begint een foto van het pandje op Social Media plaatste.
Dan blijkt dat zo’n beetje iedere rechtgeaarde Dordtenaar wel een mening heeft over het gebouwtje en over de eigenaar die het vertikt er iets mee te doen.
Naast het Teerlinkpand zijn er overigens nog twee monumenten met een industriële geschiedenis die om een oplossing schreeuwen: de Biesboschhal en het 50kV-pand. Dan laat ik de noodzaak ook het 50kV-gebouw aan te pakken nog even voor wat het is.
Voor al deze monumentale gebouwen geldt dat projectontwikkelaars er met de gemeente en de monumenten- en welstandscommissie uit moeten zien te komen. Stiekem denk ik dat de gemeente in het bereiken van een oplossing toeschietelijker en soepeler is, indien zij als eigenaar van zo’n pand baat hebben bij de verkoop ervan. Hoe valt anders te verklaren dat aan het uiterlijk van het Teerlinkpand niets mag veranderen, terwijl bij het 50kV-gebouw een complete uitbouw mag verrijzen.
De gemeente lijkt geen criteria te hebben waarlangs ingrijpende plannen met monumenten worden beoordeeld. Ieder monument is immers uniek. Het echter wel zaak daarin voortdurend heel zorgvuldige afwegingen te maken. Wanneer sta je wel toe grotere gevelopeningen te maken en wanneer juist niet. Wanneer mag je een gigantische uitbouw realiseren en wanneer niet. En moet zo’n uitbouw stijlvast zijn of juist heel bewust een compleet andere bouwstijl omarmen.
In heel veel steden wordt industrieel erfgoed hergebruikt en omgetoverd tot prachtige gebouwen met een compleet nieuwe functie en een mooi ‘tweede leven’. Een mooie ontwikkeling. Zeker als de industriële rauwheid deels behouden blijft en de historie van zo’n pand de toekomstige functie liefdevol omhelst.