foto: Gertjan Kleinpaste

Ik aarzelde over dit beladen onderwerp. De aanleiding ervoor ligt vlakbij de gemeente waar ik vijftig jaar woonde. Hoenderloo, een prachtig dorp vlakbij Apeldoorn. Met monumentale panden en woonhuizen waarin jaren achtereen ‘de Hoenderloo groep’ was gevestigd. Het ‘jongenstehuis’ in de volksmond. Een instelling die onder het geweld van schaalvergroting en fusiedrang is gaan behoren tot Pluryn. Op enig moment moet daar een manager cynisch gedacht hebben dat zulke problematische jongeren in zulke mooie gebouwen in zo’n fraai dorp niet zo’n goed idee is en dat die gebouwen in dat prachtig gelegen Hoenderloo heel veel zouden kunnen opbrengen. De rest is geschiedenis. De Hoenderlose instelling is gesloten. Ondanks de belofte de jongeren zorgvuldig te herplaatsen, zijn er nu veel verstoken van hulp en scholing. Het Kamerlid Lisa Westerveld (GroenLinks) vroeg daar begin deze week maar eens aandacht voor.

Waarom ik hierover begin? Omdat gemeenten op tal van plaatsen in ons land te kampen hebben met grote financiële tekorten als het over jeugdzorg gaat. Omdat veel instellingen in geldnood zitten. Vooral begin ik erover, omdat het ertoe leidt dat enorm veel jongeren tussen wal en schip vallen.

De oorzaak? De decentralisatie. Een keurig eufemisme voor het ‘over de schutting flikkeren’ van de jeugdzorg. Het rijk – het was staatssecretaris Martin van Rijn in 2015 – droeg de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg over aan de gemeenten. Die kenden de jongeren beter. Stonden er dichterbij. Zij zouden het ongetwijfeld efficiënter kunnen. Om met dt laatste te beginnen; omdat de verwachting is dat gemeenten het efficiënter zouden kunnen, kregen zij op voorhand 15% minder geld dan dat er op rijksniveau eerder voor werd uitgetrokken.

Ook Dordrecht worstelt met deze problematiek. Ook hier is het, net als in zoveel andere gemeenten, lastig de schaarse middelen zo goed mogelijk te verdelen en in te zetten. Het onderwerp domineert al jaren de agenda van de Commissie Sociale Leefomgeving. De verantwoordelijk wethouder krijgt er steevast van langs. Hij moet roeien met de riemen die hij heeft en hij tracht er in een samenwerkingsmodel met andere gemeenten in ‘Zuid Holland Zuid’ het beste van te maken. De decentralisatie, de marktwerking, het aanbestedingscircus; het heeft niet of nauwelijks tot veranderingen geleid of tot nieuwe spelers in het veld. Het heeft er vooral toe geleid dat het systeem is vastgelopen en steeds meer jongeren niet die hulp krijgen waaraan zij dringend behoefte hebben. Daarover kan je politiek blijven steggelen. Je kan je vastbijten in details. Het brengt de oplossing niet dichterbij.

Wat uiteindelijk nodig is, is dat we onze jeugd en jongeren een beter aanbod doen als het gaat over scholing, ontwikkeling en hulp waar dat nodig is. Dat gezinnen opvoedondersteuning krijgen als dat hen voorthelpt. Dat we gescheiden sectoren, instellingen en geldstromen beter met elkaar verbinden en naar het vraagstuk kijken vanuit de optiek dat het om één domein gaat: opgroeien! Dat domein, waarin onderwijsgeld en jeugdzorgbudgetten. samensmelten, moeten we vooral niet opknippen langs de scheidslijnen van religie of levensovertuiging. De toekomst van onze volgende generatie staat ernstig onder druk. Dat wat we jaren deden, biedt niet het antwoord voor de toekomst. Er is een ‘deltaplan’ jeugdaanpak nodig. Bedacht door een groep verstandige vrouwen en mannen die weten wat er speelt en die daar frank en vrij en onconventioneel naar durft te kijken. Het systeem moet op de schop.