Honden communiceren met elkaar door te blaffen. Niks mis mee. Je hoort vlot of een blaffende hond blij is of juist andere viervoeters waarschuwt. Je merkt snel genoeg of de blaf betekent dat de hond het wel of niet naar de zin heeft.
Honden communiceren. Mensen laten dat nogal eens na. Binnen de menselijke soort neemt de ambtenaar dan weer een heel bijzondere plaats in. Uit het stadskantoor klinken vaak heel defensieve ‘blafjes’. Bijvoorbeeld als je een kritische kanttekening maakt bij onverwachte veranderingen in de straat waarin je woont.
Toen ik op Twitter m’n verbazing uitte over een nieuw (verplaatst) hondenuitlaatveld luidde het antwoord: “Goedemiddag Gertjan, het Van Baerleplantsoen is straks meer dan nu een onderdeel van het park. De speelplek schuift een stukje op. We voeren nu een ontwerp uit dat eerder unaniem is vastgesteld door de gemeenteraad.”
Op m’n vraag of en wanneer dit aan omwonenden kenbaar is gemaakt, blijft het antwoord helaas uit.
Nu weet ik dat je als Nederlander wordt geacht de wet te kennen en ook dat je voortdurend erop gespitst moet zijn of de gemeente jouw woonomgeving niet al te ingrijpend stilzwijgend wijzigt. Dus lette ik goed op de herinrichtingsplannen voor de Krispijnse weg. Die zagen er goed uit. Ook de plannen voor het Weizigtpark bevielen mij wel. De aandacht ging er natuurlijk vooral uit naar het kappen en herplanten van bomen. Van het Van Baerleplantsoen bleef mij de mededeling bij dat het beter geïntegreerd zou worden in de parkachtige omgeving. Dat er een hondenspeelveld zou komen te liggen, terwijl er honderd meter verderop ook al één ligt, was me even ontgaan.
Uitgerekend in de punt het dichtst bij de woonhuizen is nu dus een hondenspeelveld bedacht. Ik herinnerde mij ineens dat amper twee jaar geleden in de wijk Zuidhoven een hondenuitlaatplek dicht bij woonhuizen tot gedoe leidde en dat de gemeente na klachten van omwonenden tot verplaatsing ervan besloot.
Nu stoot een ezel zich in ‘t (al)gemeen niet twee keer en dezelfde steen; ambtelijk werkt dat kennelijk anders.
Wat mij – ik zeg dat als omwonende en niet als lokaal politicus – stoort, is dat je over zo’n ingrijpend aspect van een verder prima plan niet wordt geïnformeerd. Echt, ik houd van honden. Ik heb er zelf twee. Twee teckels die ook volop communiceren met andere blaffende viervoeters. Ik verheug mij er nu al op dat die van mij vanuit de woonkamer straks op iedere geblafte mededeling van soortgenoten aan de overkant hun instemming of afkeuring blaffend zullen laten blijken. Of dat de verstandhouding met de buren ten goede komt, valt nog te bezien.
“De speelplek schuift een stukje op”. Het zal vast een ambtelijk eufemisme zijn. Het klinkt niet al te ingrijpend. Op de tekentafel is bedacht dat daar wel een hoekje over was. “Moeten we het de buurt vertellen?”, vroeg de ene ambtenaar aan de andere. “Nee joh, doe maar niet! Je moet immers geen slapende honden wakker maken!”
De gemeente heeft inmiddels aangegeven dat zij wel informatie hebben verspreid. (Ik stel vast dat zij in dat geval al niet alle belanghebbenden hebben bereikt).