Detail uit een schilderij van Pietro Perugino (1446-1523) Foto: Gertjan Kleinpaste

Het vertrouwen in de politiek is niet bijster groot. Daarmee vertel ik niets nieuws neem ik aan. Voor u nu denkt dat er een klaagzang op de politiek komt; de doorsnee politicus, of die nu lokaal, provinciaal of op landelijk niveau actief is, doet zijn of haar stinkende best om naar eer en geweten de politieke verantwoordelijkheid te dragen. Daar gaat heel veel tijd inziten en dat gebeurt lang niet bij alle politici voor een vorstelijk salaris. Buiten dat is het vaak ‘stank voor dank’. Kritiek, bagger, beschimpingen via sociale media. Het overkomt het gros van de gekozenen vroeg of laat.

Het wordt voor politieke partijen dan ook steeds lastiger hun kandidatenlijsten te vullen met goede kandidaten die fris en monter opgewassen zijn tegen de taak die, indien zij worden gekozen, op hun schouders drukt. Uit een recent onderzoek van de Dordtse rekenkamercommissie blijkt dat onze gemeenteraad haar verschillende politieke rollen nou niet bepaald volledig benut.
Amper twee procent van de bevolking is lid van een politieke partij. Zo’n achtennegentig procent is dat dus niet. Uit dat kleine percentage partijleden worden in ons land zo’n beetje alle volksvertegenwoordige, politiek-bestuurlijke functies gerecruteerd en in de meeste politieke partijen gaat daaraan vooraf dat leden loyaal zijn aan de partij, eindeloos hebben lopen flyeren en canvassen en zich in de partij hebben laten kennen als leden die trouw zijn aan hun leiders en aan de politieke programma’s.

Ons feest van de democratie is dat ons af-en-toe wordt gevraagd naar het stembureau te wandelen om daar een hokje rood te kleuren. Het is een zegen dat we dat in dit land in alle vrijheid mogen doen, maar is het niet een beetje een karig feestje?
Ooit vroeg David van Reybrouck zich af: ‘Waarom toch dat gedoe met die politieke partijen?’ Waarom zouden we niet via loting de volksvertegenwoordiging vullen? Het gaat er immers om mensen op het pluche en in de vergaderzalen te zetten die hun controlerende en volksvertegenwoordigende taak kunnen uitoefenen. Misschien was dat een beetje een al te wild idee.

Toch is goed kritisch naar ons politieke systeem te blijven kijken. In de regel lukt dat beter als je van buitenaf naar zo’n proces kijkt, dan wanneer je er tot over de oren inzit. Buiten dat, mensen die een bepaalde status of macht hebben verworven, nemen daar niet graag afscheid van.
Het was dan ook moedig dat de Dordtse gemeenteraad afgelopen week nadacht en vergaderde over een instrument, waarmee de politieke macht in sommige gevallen, bij vooraf goed uiteengezette vraagstukken en omkleed met duidelijke spelregels over het te volgen proces en over de rijkwijdte van de uitkomst van dat proces, zou worden gedeeld met inwoners uit de stad. De ChristenUnie/SGP had hierover immers een initiatiefvoorstel ingediend. Zij wilden graag een burgerberaad. Een instrument dat erin voorziet dat inwoners uit de stad, in een representatieve en verder via een gewogen loting tot stand gekomen samenstelling, over duidelijk omschreven vraagstukken mag vergaderen en de gemeenteraad van advies kan voorzien.

Met zo’n dergelijke beraad is op veel plekken in binnen- en buitenland al ervaring opgedaan. De meest bekende variant kent u wellicht: de G1000 (g1000.nu). De meningen in onze raad liepen hierover sterk uiteen. Er zijn gemeenteraadsleden die vinden dat de kiezer voldoende invloed heeft door dat vierjaarlijkse bezoekje aan het stembureau. Er zijn gemeenteraadsleden die meer zien in een referendum, dan in zo’n burgerberaad. Er zijn raadsleden die vooraf alle beren op de weg willen wegjagen voordat ze een klein stukje van hun macht durven toevertrouwen aan een vergadering, waarin gewone inwoners met elkaar bespreken wat bij een bepaald vraagstuk wijsheid is.

Het leek er soms een beetje op alsof mensen die behoren tot die selecte 2% die zich heeft aangesloten bij een politieke partij van die 98% die dat niet is geen heil verwacht wanneer het gaat om het bespreken van een bepaalde vraagstukken, het maken van poitieke afwegingen of het bijdragen aan goede oplossingen. Je kan je lot toch niet zomaar in handen leggen van toevallig uitgekozen mensen uit onze gemeente!? Blind vertrouwen op zoiets als ‘wisdom of the crowd’ is voor politici kennelijk verduveld moeilijk. ‘Zoveel hoofden, zoveel zinnen’ is een mooi Nederlands gezegde. Dat gezegde gaat ook in onze gemeenteraad op. Alle negendertig raadsleden vinden het heel belangrijk dat de inwoners in onze gemeente ‘participeren’. Participatie is enorm belangrijk. Helaas is dat nou net het vaak gebruikte woordje voor een beetje inbreng waarvan ik vlekken in mijn nek krijg en behoorlijk wat jeuk.

Na een stevig debat werd er gestemd en bleken er zestien gemeenteraadsleden voor het voorstel van de ChristenUnie/SGP te zijn en tweeëntwintig tegen en daarmee haalde die voorstel het dus niet. De toekomst zal uitwijzen of de gemeenteraad echt ‘de wijsheid in pacht’ heeft. Om een ander mooi gezegde te gebruiken. Want de Dordtse inwoners staan echt met lege handen als het over inspraak en zeggenschap gaat. Althans, daar waar het gaat over iets grotere vraagstukken dan over de kleine veranderingen die zich afspelen in de directe levenssfeer en waarbij u en ik als direct omwonenden iets mogen vinden in het participatieproces. Een vaak nogal plichtmatig opgetuigd fenomeen dat er nu eenmaal bijhoort, maar waarvan we allemaal wel weten dat de politiek er linksom of rechtsom aan voorbij kan rennen.