Hoe voelen mijn buren zich in de Hoge Nieuwstraat, binnenstad van Dordrecht? Ziet hun leven er nu anders uit? Frits Baarda is het ze zelf gaan vragen, met een microfoontje aan zijn oude vishengel
Journalist Frits Baarda

DORDRECHT. Corona is ongezien mijn straat binnengeslopen. Hoe voelen mijn buren zich in de Hoge Nieuwstraat, binnenstad van Dordrecht? Ziet hun leven er nu anders uit? Ik ben het ze zelf gaan vragen, met een microfoontje aan mijn oude vishengel. Portret van een gewone straat in ongewone tijden.

Judith Den Engelsen – Tops, 43 jaar, leerkracht groep 6 John F. Kennedyschool, 5/5/20.

1 De tijdscapsule

‘In de klas waar ik lesgeef, zit een heel druk jongetje. Hij kletst de hele dag door, zo vrolijk. Toen kwam corona en was hij ineens verdwenen. De lessen werden na een tijdje via videoverbindingen hervat, met schermen waarachter de leerlingen zaten. Het jongetje ontbrak. Op een dag was hij er ineens weer, via het scherm en hij tetterde door alles en iedereen heen, zoals vroeger. “Je bent er weer, hé,’ zei ik en ik voelde dat zijn terugkeer me raakte. Het was alsof alles weer even normaal was.
Eerst zat ik in het speciaal onderwijs, voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Het was niet altijd makkelijk, maar ik eiste in die periode veel van mezelf. Toen werd ik ernstig ziek, lymfklierkanker, een jaar zat ik gedwongen thuis. Het gaf me een nieuw inzicht: Ik moest eens niet zoveel van mezelf eisen. Ik koos voor regulier basisonderwijs, waar ik het plezier weer terugkreeg.
Ik ben daarna met Henk getrouwd en in 2016 in de Hoge Nieuwstraat gaan wonen. Het is nog altijd mijn lievelingsstraat. De huizen staan er lekker dicht bij elkaar, het is leuk dat je bij elkaar naar binnen kan kijken. Het is de sfeer van het Brabantse dorp waar ik vandaan kom. Je kent de meeste mensen en hoort de hele tijd klusgeluiden. We zijn thuis zelf bezig met het maken van plexiglasschermen, met een cirkelzaag zagen we grote platen in stukken. Die schermen komen straks tussen de tafeltjes op school te staan. Het allerliefste wil ik mijn leerlingen aanraken en knuffelen, maar dat mag niet meer. Met de plastic schermen zijn we toch dichtbij, ze geven een semi-gevoel van veiligheid.
Wegens corona moest ik ineens thuis werken. Het schoolbestuur heeft ons voldoende voorzien van nieuwe laptops. Maar toch, zit je daar aan de eettafel, zonder de kinderen en je collega’s. Niet in een schoolgebouw. Trek ik dat wel, vroeg ik me af. Wat is een normaal leven veel waard! Ik was bang alleen te komen staan. Na een tijdje begon het te wennen. Een aantal vakken kon ik vanuit huis geven. Ik ging met een webcam video-instructiefilmpjes opnemen, een stuk of acht per dag, afgestemd op alle leerniveaus. En ik gaf live les, via google meet. Intussen kreeg ik al die mails binnen en zochten kinderen voortdurend contact via hang-out. Ouders en kinderen mochten altijd inbreken. Van mezelf moest ik al die vragen beantwoorden, van vroeg tot laat. Bliep, bliep, weer een vraag. In het begin was ik heel gestresst en stond ik continue ‘aan’.
Mijn dagen begonnen iedere keer met een meisje, dat om half zeven een berichtje stuurde: “Juf, ik ben wakker!” Dat zal ik nooit meer vergeten. Ik heb voor de kinderen een project bedacht. We gaan een tijdscapsule maken, in de vorm van doosjes die ze kunnen begraven. Daarin komen stukjes plexiglas, verhalen over hoe het was en bijvoorbeeld de tekst “Juf, ik ben wakker”. Dan gaan we met z’n allen naar een park. Over honderd jaar graaft iemand de doosjes op en kunnen de mensen zien hoe wij toen leefden met corona.’
Deze serie komt tot stand met steun van het Regionaal Archief Dordrecht.