Hoe voelen mijn buren zich in de Hoge Nieuwstraat, binnenstad van Dordrecht? Ziet hun leven er nu anders uit? Frits Baarda is het ze zelf gaan vragen, met een microfoontje aan zijn oude vishengel
Journalist Frits Baarda.

DORDRECHT. Corona is ongezien mijn straat binnengeslopen. Wat doet het virus met mijn buren in de Hoge Nieuwstraat, Dordrecht? Ik vraag het ze zelf en schrijf een verhaal. En maak een foto. Portret van een gewone straat in ongewone tijden.

 

Athalja Smith, 21 jaar, studente, pizzabakker en order pickerOma’s recepten

‘Bij ons is het halen of brengen, tafeltjes zijn er even niet. Mijn werk bestaat uit pizza’s degen, sauzen en beleggen. Dan in de oven leggen en weer scheppen. Daarna moet ik nog de bestelling klaarmaken en op het rek leggen. In een rushhour gaan er 140 tot 150 pizza’s de deur uit. Vóór corona waren dat er gemiddeld 60. Maar nu zijn veel restaurants gesloten of te laat met een bezorgservice begonnen. De klanten blijven bij ons komen, begrijpelijk, want een pizza is makkelijk als je zelf te lui bent om te koken.

Gelukkig sta ik bij Domino’s nog met twee anderen in de zaak. Het is leuk werk, gemakkelijk, maar eerlijk gezegd hou ik zelf niet meer zo van pizza. Daar ben ik op afgekickt, ik heb er te veel gegeten. Thuis maak ik ze dan ook niet. Ik wil even geen pizzageuren om me heen, met al die ingrediënten. In mijn keuken bak ik vooral cakejes, wafels en pannenkoeken.

Sinds vorig jaar oktober woon ik met vier andere meiden in dit studentenhuis. We hebben ieder een eigen kamer en een gemeenschappelijke keuken. Daar passen maximaal drie van ons in. We gaan goed met elkaar om, ook in deze tijden. Maar het huis is niet groot genoeg om anderhalve meter afstand te houden. Als een van ons het zou krijgen, raken we allemaal besmet. Omdat het huis zo klein is, zitten we vaak buiten op straat. Boekje erbij, beetje muziek, heel gezellig en de zon laat zich er vaak ook een paar uurtjes zien. Ondertussen kan ik mijn schoolwerk doen. Ik volg een opleiding Manager Retail op het Albeda College in Rotterdam. Maar door corona staan alle opdrachten online, waardoor ik doordeweeks meer vrije tijd heb.

Ik kon er een tweede baan bij nemen, om iets meer te verdienen. In de weekenden ben ik pizzabakker, de andere dagen order picker bij Boon Food Group. Ze leveren producten aan hun eigen supermarkten. Wat order picking was, daar had ik eerlijk gezegd geen idee van. Maar ik ben van het uitproberen, zo heb ik al voor verschillende bedrijven gewerkt. Het was wel even wennen. Ik werk in een magazijn van vier voetbalvelden groot, met vijftig anderen. Overal staan desinfectiemiddelen klaar.

Het magazijn is te groot om er lopend door heen te gaan. Je krijgt een rijdende kar, waarop drie andere karretjes staan die je moet vullen. Iemand met een oortje geeft je via voicepicking door bij welk vak je moet zijn. Dan zet je het bier, de suiker en melk op de kar en rijd je naar de laadruimte voor de vrachtwagens, die alles naar de supermarkten brengen. Ik doe het graag, het is belangrijk werk. Voedsel kan niet stoppen, supermarkten hebben voorraden nodig.

Dit werk doe ik met een doel, ik kan ervan leren. In mijn opleiding retail zit een stukje logistiek. Nou, dan zit ik bij Boon’s goed. Door zelf te werken krijg ik de inhoud mee die ik voor mijn opleiding kan gebruiken. Natuurlijk blijf ik niet mijn hele leven pizza’s bakken of order picken. Mijn droom is om later mijn eigen bakkerij te openen, gespecialiseerd in patisserie. En dan wil ik ook maïzenakoekjes en marmercakes bakken, met de recepten van mijn oma. Ik ben namelijk half Surinaams, half Antilliaans. Zo kunnen de klanten in Nederland ook onze cultuur proeven.’