Hoe voelen mijn buren zich in de Hoge Nieuwstraat, binnenstad van Dordrecht? Ziet hun leven er nu anders uit? Frits Baarda is het ze zelf gaan vragen, met een microfoontje aan zijn oude vishengel
Journalist Frits Baarda.

DORDRECHT. Corona is ongezien mijn straat binnengeslopen. Wat doet het virus met mijn buren in de Hoge Nieuwstraat, Dordrecht? Ik vraag het ze zelf en schrijf hun verhaal op. En maak een foto. Portret van een gewone straat in ongewone tijden.

 

Chris Teulings, 69 jaar, gepensioneerd, werkte bij Dow Chemical. 30/5/2020

De verhuizing

‘Ergens in 2012 heb ik voor het eerst naar dit pand gekeken. Het is heel groot, te groot eigenlijk voor Nieke en mij, het loopt van de Nieuwe Haven 35 meter door tot aan de Hoge Nieuwstraat. Het had iets heel aantrekkelijks. We zochten een monumentenpand in de binnenstad, met een garage, een tuin en op loopafstand van het station, alles wat we wilden. Het was niet meteen beschikbaar, eerst werd het Onderwijsmuseum er tijdelijk gehuisvest. Toen begon het wachten.

In 2014 hebben we de koop kunnen sluiten, maar eerst moest het museum er nog uit. Er was veel achterstallig onderhoud. Natuurlijk zou het een enorme klus worden, maar met Kerst 2016 moest het klaar kunnen zijn, dachten we. Daar zaten we behoorlijk naast. Vijf jaar lang hebben precies 104 verschillende werklieden aan ons huis gewerkt. Het werd mooier en mooier, met behoud van alle monumentale details. De opleverdata schoven telkens op, maar voorjaar 2020 was volgens ons heel realistisch, en definitief.

Intussen huurden we een tijdelijke woning in Dordrecht en woonden we in Zwitserland. Vanuit dat land heb ik voor mijn werk altijd veel moeten reizen. Als econoom ben ik bij Dow Chemical begonnen en was ik verantwoordelijk voor de goederenstromen, de supply chain. Maar ik ben vroeg met pensioen gegaan om me te kunnen wijden aan een dissertatie over gildepenningen, mijn hobby, naast de werkzaamheden van dit pand.

Dordrecht kende ik eerst niet, ik ben een Brabander en reed er altijd voorbij om bij het eerste cafeetje achter de Moerdijkbrug te stoppen. Maar het blijkt een fantastische stad! De Nieuwe Haven heeft de grandeur van een boulevard, je kan er heerlijk flaneren. Daar is ook de voordeur van ons huis. Het mooie is: ons pand verbindt twee werelden, namelijk de elegantie van de Nieuwe Haven met de levendigheid van de Hoge Nieuwstraat. Een prachtige combinatie!

Het was een droom om hier te mogen wonen. Maar de verbouwing duurde en duurde, het moest een keer klaar zijn. Op 15 januari prikten we een datum voor de verhuizing, het werd 29 maart. We eisten harde garanties. We planden ook een open huis, voor vrienden uit Dordrecht, straatbewoners en alle vaklui met hun partners. De uitnodigingen waren al gedrukt. Kom allemaal maar kijken!

Toen kwam het virus en konden we het hele plan vergeten. De zenuwen heb ik er niet van gekregen. We hebben eerder in de geschiedenis epidemieën gehad, de pest en de cholera, en die ging allemaal voorbij. Met corona zou het gaan zoals met olieprijzen of de beurskoersen, het zijn golfbewegingen in de tijd. Gewoon rustig afwachten, dat is het beste, en dat deden we ook met ons huis.

Nee, de datum van 29 maart hebben we niet gehaald. De verhuizers kwamen later, ze zouden er vijf dagen over doen. De eerste verhuisdag was op 14 april. Ze rolden en bolden over elkaar, die mannen, alsof er geen corona bestond. Sommige spullen waren klein, zoals kastjes, hoe moesten ze afstand houden? Met verbazing heb ik toegekeken, maar ik heb ze laten gaan. Uiteindelijk stond alles binnen.

Nieke en ik besloten op 15 april voor het eerst te blijven slapen. Onze eerste dag in ons nieuwe huis. “Spannend, een nieuwe fase in ons leven”, zeiden we tegen elkaar. Vanaf die dag waren we bewoners van de Hoge Nieuwstraat en kon het genieten beginnen.’