Deze week bespreekt de ‘Commissie sociale leefomgeving’ het A4-tje waarop wethouder Sleeking het voorstel doet een ‘Cultureel Platform’ in het Leven te roepen. Een overleg tussen de directies (of hun afvaardiging) van de professionele cultuurtempels van Dordrecht en de gemeente. Om het beknopte voorstel aan de lokale politiek te kunnen doen, is maar liefst in acht andere gemeenten gepolst hoe zij dat vormgeven.

Het staat er niet bij, maar ik denk dat onze ‘cultuurwethouder’ ook nog even de bladzijde van 15 november uit’ Dordrecht, 366 dagen’ erbij heeft gepakt. Op 15 november 1983 viel namelijk het doek voor de begin 1968 geïnstalleerde ‘Culturele Raad’ (gehuisvest in ‘t Hof). Belangrijkste taak van die raad? Het bevorderen van het culturele leven. De installatie ademt de tijdgeest van de Jaren ’60 en is gestoeld op democratisering en burgerparticipatie. Begin Jaren ’80 verslechtert de verstandhouding tussen de Culturele Raad en de gemeente en op 15 november 1983 valt het doek voor de Culturele Raad en worden haar taken belegd bij een coördinatiecommissie Cultuurbeleid.

Maatschappelijke ontwikkelingen verlopen schoksgewijs en wat ooit een ‘best practise’ heette, kan decennia later als enorme fout worden weggezet. Mij lijkt het belangrijk dat democratisering en inwonerparticipatie in de gehele Dordtse culturele scene goed worden gewaarborgd. Als wij die sector als een prachtige tuin zien, dan is een aantal fraaie heesters daarin – Kunstmin, het Dordts museum, the Movies (nog een jonge scheut), het Energiehuis – van groot belang voor de aanblik. Wil die tuin echter gezond blijven dan is er een voedingsrijke bodem nodig. Met veel ‘humus’. Ik heb die term in dit verband voor het eerst gehoord van Maarten Wijk. Die wist goed uit te leggen hoe belangrijk die ‘culturele humus’ is voor de totale cultuursector in onze stad. Daarom zie ik persoonlijk niet zoveel in een Cultureel platform waarin alleen de ‘heesters’ zich vertegenwoordigd weten. Die voedingsrijke bodem immers, waar het krioelt van het culturele leven, houdt die heesters gezond.

Het is ook die humus die jaarlijks wordt ververst. Waar de ontwikkeling, de tijdgeest en het heden zo vruchtbaar in aanwezig zijn, terwijl de heesters teren op de door de jaren heen opgebouwde kracht en pracht. Het culturele plaatje van Dordt, die goed verzorgde tuin zeg maar, heeft dus beide nodig. Het voorstel van onze cultuurwethouder ademt iets teveel de geest van de Jaren ’80. Iets teveel de focus op louter de heesters. En ja, ik ben nu eenmaal een kind van de Jaren ’60. Ik wil ook die humus. En mest, waarop de complete sector gedijt.