Als presentator van Weekend Magazine voel ik mij een bevoorrecht mens. In de zoektocht om wekelijks boeiende gasten uit te nodigen uit het culturele en maatschappelijke leven in de Drechtsteden kom ik met veel verschillende mensen in contact.
Dat start vaak met een berichtje op Social Media of een artikel in AD de Dordtenaar. Dan volgt er wat speurwerk op Google en valt het besluit iemand al dan niet uit te nodigen.
Afgelopen vrijdag ontving ik Koos Wieman, die veertig jaar als poppenspeler ‘in het vak’ zit. Een goede poppenspeler betovert zijn publiek. Het is pure magie zoals de poppen gaan leven. De nieuwsgierigheid van de kinderen in het publiek en hun inlevingsvermogen doen de rest. Het is altijd weer fascinerend. Een klein muizekoppie op een vinger komt tot leven door de geraffineerde combinatie van timing, het juiste stemmetje en de subtiele beweging.
In de tijd dat m’n beide zoons aanzienlijk jonger waren dan ze nu zijn, bekeek t ik met hen een aantal theatervoorstellingen van Jozef van den Berg op televisie (VPRO). Zelf zag ik er twee in het theater. Zijn zonderlinge genialiteit mondde uiteindelijk uit in een vrijwillig kluizenaarschap in een schuurtje bij de kerk van Neerijnen. Ik hoop van harte dat ‘Mannetje Pluim’ mevrouw de Heks en Portemonnee hem daar nog altijd gezelschap houden. (Het boek ‘Jozef van den Berg’ van Francis Jonckheere is een aanrader).
Het prachtige van goed poppentheater is de ruimte die het laat voor de fantasie van de toeschouwer. De ruimte een eigen beeld te vormen van wat je niet ziet, maar wat er wel is. Dat zuigt kinderen het verhaal in, laat ze gillen: “Kijk uit, achter je!”
Koos Wieman, die dus al veertig jaar met z’n poppen allerlei avonturen beleeft, kan daar heerlijk over vertellen. Het haalde het kind in mij boven. Dat zouden we als volwassenen sowieso veel vaker moeten toelaten en ervaren; het onbevangen nieuwsgierige kind in ons de boventoon laten voeren.