Afgelopen koningsdag 27 april 2021 ontvingen twintig Dordtenaren een lintje.”Sieglien Venloo werd benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau”. Hieronder lees je haar verhaal.

Het is eind maart een zonnige middag en ik zit met Sieglien Venloo in haar minipraathuis aan het Weeshuisplein. Mensen die voorbij lopen zwaaien naar binnen. Vaak op goed geluk, want  binnen is het licht uit en je kunt dan moeilijk zien wie er binnen zijn. Maar zoals nu als de rolluiken open zijn kun je ervan op aan dat Sieglien er is. Zij betekent veel voor de wijk en de buurt ondanks dat haar eigen levensweg veel bochten en kuilen kende. We kijken terug op stukjes van die weg.

Bij oma in Suriname

Sieglien (1956) is in Paramaribo geboren. In het jaar dat vrouwen voor het eerst een eigen bankrekening mochten hebben. Ze werd voornamelijk door haar oma opgevoed. “Ik was geen makkelijk kind was om op te voeden. Ik trok mijn eigen plan. Niet alles wat oma op tafel zette viel bij mij in de smaak. Als ik iets niet lustte ging ik mijn eigen groenten halen uit de tuin, Die had ik zelf gekweekt. Dat mocht van oma”. De zorgzaamheid en liefde van oma zijn belangrijk voor Sieglien geweest. Oma is haar grote voorbeeld, omdat zij de zorg voor kinderen op zich heeft genomen. Met weinig middelen bracht zij de kinderen groot.

Gezin in Den Haag

“Mijn vader was lasser en ging als eerste van het gezin naar Nederland. Mijn moeder kwam later met de jongste kinderen. Mijn moeder mocht niet werken van mijn vader. Dat hoorde vroeger zo. Wij hadden ze geen luxe leven in huis met merkspullen en frisdrank etc. Mijn  moeder had wel losse baantjes en wilde ook graag leren”. Met haar moeder had Sieglien een verhouding als twee zussen. Zelfstandigheid en onafhankelijkheid waren voor hen beiden belangrijk.

“Toen ik twaalf jaar was kwam ik naar Den Haag. De ontvangst in Nederland was niet bepaald warm. In de blanke Zuiderparkwijk waren wij de eerste Surinamers die er kwamen wonen. Wij werden gepest”. Het woord discriminatie neemt Sieglien niet in de mond. Ze is niet iemand van grote woorden, maar van “blij zijn met wat je hebt en er het beste van maken”.

Naar school

Van de lagere school heeft Sieglien nog het laatste jaar – de zesde klas – doorlopen. “Ik herinner mij van die tijd vooral de schooltuin. Daar kweekte ik mijn eigen wortelen en bieten”. Wij hebben het tegenwoordig over mensen die steeds ouder worden. Daarover heeft  Sieglien toch haar eigen gedachten: “Jongeren van nu worden niet oud. Die worden geen 80 of 100 jaar. Ze eten ongezond voedsel van die fastfood ketens. De oudere mensen eten verse groenten.” Na de lagere school ging Sieglien naar de Huishoudschool in de Maasbergenstraat. Daarna de Coupeuse school, want ze wilde graag eigen kledingontwerpen maken. “De Coupeuse school heb ik niet afgemaakt, maar ik heb later wel veel kleding gemaakt”.

Eerste vriendje

‘s Zondags en soms ook stiekem op andere dagen ging Sieglien naar Discotheek Bellamy in Scheveningen. Bekend van de Tee-Set: zanger Peter Tetteroo, Het kan niet missen dat ze hier haar eerste vriendje Gordon ontmoette.

Werken, wassen en zorgen

Sieglien’s eerste baantje was bij een wasserij. Daar moest ze wassen, strijken mangelen. Het was geen gezond werk. “Toen ik herhaald uitslag in mijn gezicht kreeg ben ik gestopt met dit werk”. Vervolgens werkte Sieglien in de thuiszorg.

Tot in 2012 werkte Sieglien als Beheerder van het Praathuis aan het Weeshuisplein, met haar collega Marina voor de welzijnsorganisatie DWO. Ze werden ontslagen vanwege grootschalige bezuinigingen bij de gemeente. Daarna hebben Sieglien en Marina het Praathuis op vrijwillige basis nog vijf jaar opengehouden. Daarbij geholpen door een groep vrijwilligers. Voor Dordt.net vertelt Sieglien in februari 2017: “We zijn heel blij met de jaren dat we hier nog hebben mogen werken na 2012. Nu is het Praathuis echt verkocht. Ik vind het jammer dat we wegmoeten, maar we mogen niet klagen. We hebben er goed voor gezorgd. Ik heb hier nog geschilderd. Het pand staat er goed bij.”

Werkloze werknemer

Nu heeft Sieglien geen baan meer, maar ze is nog steeds actief met kinderen. Ze helpt ze drie dagen op de school De Wereldwijzer – vroegere Mariaschool – en op de Eendracht elke vrijdag middag een kinderclub. Sieglien heeft met haar vrijwilligerswerk ook andermans kinderen opgevoed en heeft gezorgd voor andermans kinderen. “Ik krijg er veel voor terug in de vorm van eerlijkheid, plezier en aandacht. Oud clubleden reageren nog steeds positief en ondersteunen mijn activiteiten. Sommige kinderen willen mij later niet meer kennen. Dat doet wel pijn”. Van de één krijgt ze een fruitbakje van een ander soms wat geld of kleding. Op woensdag avonden zijn er contactavonden voor vrouwen. Maar die liggen nu helaas door corona stil.

Eindstation Dordrecht

Vanaf haar 19e jaar woont Sieglien in Dordrecht. Ze hoopt er ook haar laatste rustplaats te vinden. “Ik wil er begraven worden. Essenhof is voor mij een prachtig park en een plek om te zijn. Ik zie daar de namen van bekenden terug, die er worden herdacht. Ik verzorg er wat graven door verwelkte bloemen weg te halen”. Als Sieglien onverhoopt zelf zorg nodig heeft, is voor haar het Stadswiel een mooi tussen station.

Nu woont Sieglien al tien jaar in een Hofje met alleen vrouwen. “Ik koos ervoor om daar te wonen. Mede vanuit financiële overwegingen. Ik had al veel mensen op weg geholpen naar de Lenghenhof. Op een gegeven moment vond ik dat het tijd werd om zelf hier te gaan wonen. Maar ik heb wel gehuild bij mijn vertrek uit de Meivogelhof”. Achteraf vindt Sieglien dat ze deze keuze veel eerder had moeten maken.

Het leven gaat door

Vijf jaar geleden is de zoon van Sieglien overleden aan een hartstilstand tijdens een vakantie in Thailand. Ze wil er niet veel over zeggen. “Je weet dat niemand het eeuwig leven heeft. Maar als je zoon vol goede moed vertrekt en een paar dagen later in een kist terugkomt komt dat keihard aan. Het leven gaat door en je moet verder”.

Daarom vraag ik haar waar ze het meest trots op is als ze terugkijkt op haar leven tot nu toe. Daarop antwoord Sieglien: “Dat ik zelfredzaam en onafhankelijk ben. Ik heb geleerd in het leven op eigen benen staan. Als kind was ik niet gemakkelijk maar daardoor kan ik nu begrip opbrengen voor kinderen. Ik kan veel van ze hebben”. Bijna alles mag bij Sieglien. Maar op haar bijsluiter staat: “Doe dit niet thuis”.

Sieglien op het Weeshuisplein