Ik ging naar Dordrecht om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien.

U heeft vast direct door dat ik hier Martinus Nijhoff citeer. Zij het dat Nijhoff z’n gedicht schreef over de brug bij Zaltbommel. Ik heb het over de brug die Zwijndrecht en Dordrecht met elkaar verbindt. Al worden deze gemeenten momenteel door diezelfde brug van elkaar gescheiden. Vanuit Zwijndrecht viel er een ‘brief op hoge poten’ op de mat bij het college van B&W van Dordrecht. Het leidt tot beroering in de Dordtse gemeenteraad.

Dordrecht wil pal bij de brug een nieuwe woonwijk realiseren en daarvoor is een brug met veel autoverkeer een verstorende factor. Rijkswaterstaat en de gemeente Zwijndrecht vinden de brug belangrijk met haar huidige functie; zij willen daar niet aan tornen.

Een aantal Dordtse raadsleden kijkt nu alsof ze water zien branden. Ze voelen zich voor het lapje gehouden door wethouder Burggraaf. Ze wisten, zo luidt hun grief, niets van Zwijndrechtse bezwaren. Ze dachten dat Zwijndrecht en Dordrecht gebroederlijk samen optrokken in de plannen voor de spoorzone langs ‘de oude lijn’. Alsof broers nooit eens ruzie hebben. De oude lijn is de wat nostalgische benaming voor de spoorverbinding tussen Dordrecht en Leiden. De benaming mag dan nostalgie uitademen; de plannen zijn vooral modern en innovatief.

Politiek is vaak een lelijk vak. Je vangt elkaar vliegen af. Vergroot de verschillen uit. Maakt elkaar uit voor rotte vis. Het onderlinge wantrouwen is groot en iedere burger of inwoner die dat gekrakeel en gekonkel volgt, neemt dat wantrouwen feilloos over en weet dat de politiek niet te vertrouwen is.

Dordtse politici die net doen alsof zij niet eerder wisten van Zwijndrechtse bezwaren tegen dit aspect van de Dordtse plannen hebben of vier jaar onder een steen geleefd of spelen nu op z’n minst de vermoorde onschuld.

Vanaf de eerste schets van het uitmuntende architectenbureau Mecanoo weten we dat Zwijndrecht de brug tussen beide gemeenten graag houdt zoals het nu is. Maar de wereld zal er over pakweg twintig jaar compleet anders uitzien dan nu het geval is. Wie beseft hoeveel er de afgelopen decennia in ons leven is veranderd, weet dat 2023 en daarmee de huidige situatie niet de maat der dingen is in 2040 of 2045.

Het kan dus helemaal geen kwaad een toekomstdroom te koesteren waarin de brug een verblijfsgebied zal zijn waar skaters, skateboard fanaten, fietsers, voetgangers de baas zijn en waar een regelmatig rijdende elektrische bus zich volautomatisch en zonder chauffeur over de brug beweegt om mensen te vervoeren tussen beide gemeenten. Het heeft geen zin je nu politiek kwaad te maken over het feit dat er nog geen oplossing is voor het woonwagenkamp bij de Weeskinderendijk, over de breedte van fietspaden op de artist impression of over andere knelpunten, waaronder mobiliteit, die nog moeten worden opgelost om de transitie van nu naar ooit mogelijk te maken.

Het is vooral de angst voor veranderingen die sommige politici doet vluchten in dit soort argumenten en prematuur gezanik over details. Politiek is niet voor angstige mensen. Angst is sowieso een slechte raadgever. Lef en ambitie. Een droom hebben en die najagen. Zodat de Nijhoff van 2050 lyrisch zijn gedicht kan beginnen met: “Ik ging naar Dordrecht om de brug te zien. Ik zag die oude parkachtige brug. Twee overzijden die elkaar vroeger leken te bestrijden zijn weer beste buren. Tevreden met het resultaat bovendien!”