De laatste molen die Dordrecht nog heeft, staat stil. Althans voor wat de wieken betreft. Er wordt nog – zij het op krachtstroom – gemalen en dus wordt er nog meel geproduceerd. Veel gewone Dordtenaren vagen zich heimelijk af of het gemeentebestuur een klap van de molen heeft gehad nu zij geen cent over lijken te hebben voor de noodzakelijke reparatie aan de wieken. Kleine spoileralert: ik begrijp de terughoudendheid die het college van B&W aanvankelijk betrachtte. Nu er voor ‘Kyck over den Dyck’ geen rijkssubsidie beschikbaar komt, wordt er ongetwijfeld op gemeentelijk niveau opnieuw gekeken naar de mogelijkheden een bijdrage te leveren aan de instandhouding van de molen die wij ongetwijfeld allemaal tot de iconen van de stad rekenen.

Een klap van de molen. Dat moet de Belgische commando Jürgen Conings ook zijn overkomen. Of de verwarde man die in Amsterdam vijf mensen neerstak. Vreselijk dat één van hen ter plekke aan zijn verwondingen is overleden. Ik lees het steeds vaker; verontrustende berichten over mensen die wegglijden naar het radicalisme en tot daden komen waarvan je de samenleving liefst vrijwaart.

Het brengt mij altijd bij het thema dat mij intrigeert, soms beangstigt, vaak opstandig maakt, maar vooral altijd benieuwd naar oplossingen: het aspect van de vervreemding in de samenleving. Paul Verhaeghe schreef er indrukwekkende boeken over. De politiek breekt er het hoofd over. Hoewel men juist politiek ook vaak vlucht in de kortzichtige reflex van uitgesproken afschuw, de roep om krachtdadig optreden, repressie en nog meer regels, handhaving en machteloze kordaatheid.

Wat dat betreft, prijs ik mij gelukkig met de inzet van wethouder Peter Heijkoop op het vlak van armoedebestrijding en met de impuls die hij jeugd en jongeren in achterstandsposities wil gaan geven. Problemen, zoals die zich voordoen in de banlieues van grote Franse steden – sommige mensen zien er een ontluikende burgeroorlog in – willen we immers in Nederland voorkomen.

Ben ik het met Heijkoop eens hoe je de problematiek het best te lijf kan gaan? Nee, dat niet. “Er zijn in onze samenleving fundamentele veranderingen nodig en die bereik je niet door klakkeloos voort te bouwen op de bestaande fundamenten”, twitterde ik een paar dagen geleden. Politiek bestuurders en beleidsmakers richten zich te vaak op de aanwezige structuren en de gevestigde belangen. Ook wanneer het roer beter echt om kan. Je hoort er fraaie kreten over de laatste tijd: ‘build back better’ of ‘redesigning society’. Iemand als Jan Rotmans predikt al minstens een decennium dat we in een tijdperk van transitie zitten, al lijkt het dat zijn kantelbeweging de laatste periode muisstil is. Afgelopen week had ik een vraaggesprek met Teun Gaultier en Floor Ziegler over initiatieven in de samenleving die echt van onderaf plaatsvinden. Ik schreef er eerder al iets over op deze site. Onder de oppervlakte van wat we te lang de maakbare samenleving noemden borrelt en kookt het. Er staat een vulkaan op uitbarsten van talloze maatschappelijke initiatieven die de samenleving goedkoper, eerlijker en beter voorthelpen dan de vastgelopen roestige machine die onze overheid is geworden. Het is de kunst voor (lokale) politici dat te herkennen en te gaan faciliteren. Van maakbaar (als top-down gedachte) naar samen maken en ruimte bieden aan nieuwe initiatieven die dichter bij de gewone mensen in gewone straten, buurten en wijken staan dan alle professionals die in hun kantoren zitten verschanst en die zelf heel vaak liefst ook heel anders hun werk zouden willen doen.