“Kunt u mij vertellen waar de Grote Markt is?” Regelmatig wordt mij deze vraag gesteld, vooral door Vlaamse dagjesmensen. “Waarom vraagt u dat?”, informeer ik soms. “Omdat de Grote Markt altijd het gezellige middelpunt is in een historische stad”, luidt meestal het antwoord. “In Dordrecht niet, verzucht ik dan”.

De Grote Markt. Misschien wel de grootste planologische mislukking van de stad. Het is er wellicht fijn wonen in de monotone flatgebouwen die de onooglijke parkeerplaats omringen. Kleine Dirkie (Dirk IV) is er uit ergernis maar met de rug naartoe gaan staan. Waarschijnlijk zou hij liever bij Otto en Mezzo staan en lekker uitkijken over de Nieuwhaven met z’n bootjes.

De Grote Markt waar het pand ‘Marktzicht’ ons vertelt dat het uitzicht op de markt ooit boeiender was dat de laatste decennia. De grauwe parkeerplaats en de bebouwing erom heen is somber en saai en vormt daardoor geen verbinding tussen de Nieuwhaven en de binnenstad. Een verbinding die ook elders niet uit de verf komt. Ook het Cees Buddingh’ plein is niet een plaatje op om een ansichtkaart te zetten. De enige aardige verbinding tussen binnenstad en haventjes is feitelijk de Vleeshouwersstraat.

Ik ben benieuwd hoe de Grote Markt kan worden opgeknapt op een manier die toeristen niet afschrikt. Auto’s weg. Die ingreep is zonder meer hard nodig. Daarna is het de vraag of het gebiedje een plein, een plantsoen of een parkje moet worden. En hoe de loop erin komt, omdat het echt gaat voelen als een logische verbinding tussen historie en kooplust.

Het schijnt dat het college van burgemeester en wethouders inmiddels blij is gemaakt met leuke ideeën voor deze door woonblokken omgeven parkeerplaats en dat zij hun enthousiasme direct wilden delen met de plaatselijke krant. Al was het netjes geweest hierover eerst met het hoogste gezag in de stad, de gemeenteraad, te overleggen.

Wil de Grote Markt aantrekkelijk worden als plezierige verbinding tussen de pittoreske haventjes en het winkelgebied dan zal er iets te beleven moeten zijn. In een omgeving die de moeite van het bezoeken waard is. Woonmilieu noch evenemententerreintje voldoen meteen aan dat criterium. Een verdiepte parkeerplaats met daaroverheen een mini stadsparkje met een open verbinding naar zowel de parkeervoorziening als een aantrekkelijk ‘plint’ in de verschillende bouwblokken zou een aantrekkelijk verblijfsgebied kunnen opleveren. Een krantenkiosk en een trendy koffiekiosk met sfeervol terrasje versterken wellicht dat beeld. Het Amaliapark in Apeldoorn is een voorbeeld van een geslaagde transformatie van troosteloze parkeerplaats naar aantrekkelijke verblijfsruimte.

Belangrijke bouwsteen voor succes lijkt mij dat omwonenden en belanghebbenden al aan de ontwerptafel meepraten en niet – zoals te vaak in Dordrecht gebeurt – pas inspraak krijgen als die niets meer aan het plan valt te veranderen. Terwijl ik zeker weet dat bij een echt goed plan zelfs Dirkje IV zich apetrots omdraait op z’n sokkel.