“We weten dat wij gelijk hebben. Maar we moeten ook gelijk krijgen! Daar hebben we macht voor nodig”. Ik parafraseer Frans Timmermans die dit zo ongeveer zei in z’n eerste speech als lijsttrekker van ‘verenigd links’. Hij gromde er een beetje bij en keek als een beer die zojuist uit z’n winterslaap is ontwaakt.
Ik keek het fragment terug op internet en waande mij in een verkiezingsstrijd ergens uit de laatste decennia van de vorige eeuw. Timmermans en ik zijn generatiegenoten. Ik vind het een capabele en bekwame man. Al herinner ik mij ook dat als Wim Kan met oudejaar iemand een ‘bekwame man’ noemde, dat je er dan even goed voor moest gaan zitten: ‘Nu wordt het leuk!’
Niets ten nadele van mijn generatie. Gelukkig doen velen van ons nog volop mee. Zelf start ik dit studiejaar een nieuwe opleiding aan de Hogeschool van Rotterdam. Maar politiek vind ik het hoog tijd dat ‘mijn generatie’ het stokje overdraagt aan een jongere generatie. Beetje leeftijd Rob Jetten. Al vind ik hem verder toch een beetje Ken van Barbie.
Hadden ze nou binnen de Partij van de Arbeid en GroenLinks geen aansprekender kandidaat dan Grizzly Timmermans wiens politieke verleden nu eenmaal vele malen groter is dan z’n politieke toekomst.
Dat het er vooral om gaat ‘gelijk te krijgen’ en ‘macht te vergaren’ is bovendien echt oude politiek. Een te oude reflex. Iets teveel: “we moeten het nog beter uitleggen.” Politiek waarin partijen zich in verkiezingstijd op het scherpst van de snede bestrijden en als alle kruitdampen zijn opgetrokken en de Tweede Kamerleden nog wat onwennig om zich heen kijken begint dan het mistige proces van informeren en formeren.
Amper 2% van onze bevolking is lid van een politieke partij; 98% is dat niet. Die 98% overtuig je niet met verkiezingsretoriek of stoere mensenpraat. Die willen helemaal geen partijpolitiek gekonkelfoes. Die willen goede oplossingen voor de grote problemen waarvoor we als samenleving staan. Soms is zo’n oplossing links, dan weer is zo’n oplossing rechts. Problemen oplossen vraagt om samenwerking, draagvlak creëren, eerlijk zijn, vertellen wat er mis gaat, fouten maken en die toegeven en om in verbinding te staan met de mensen waarvoor je aan die oplossing werkt.
Het vraagt goeddeels om vaardigheden waarvan kandidatencommissies van politieke partijen vinden dat het kandidaten ongeschikt maakt voor een verkiesbare plek op de kandidatenlijst. Politiek is dan ook eerder deel van het probleem, dan wegbereider voor goede oplossingen. Loyaliteit aan de partijtop weegt doorgaans zwaarder dan autonomie, creativiteit en oorspronkelijkheid.
De nieuwe bestuurscultuur, waarvan de meeste politiek leiders met de mond belijden dat ze die erg graag willen, komt er maar niet. Want dan moeten ze eerst het concept ‘politieke partij’ heruitvinden. Die roestige vehikels voor gelijkgestemden zijn het blok aan het been van de bestuurlijke vernieuwing. Hun volledige greep op de verkiezingen verlamt de vooruitgang en het herstel van vertrouwen. De Democraten ‘66 werden in 1966 opgericht om dat te doorbreken. Ze faalden en conformeerden zich aan de huidige, inmiddels sleets geraakte politieke mores. Populisten hebben vergeefs geprobeerd dat te doorbreken. In november is er een poging van Pieter Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) om z’n 95 stellingen op de deur van de Tweede Kamer te spijkeren.
In iedere politieke partij zitten er kanjers van Kamerleden. De huidige structuur vol dogma’s en partijdiscipline weerhoudt die kanjers ervan samen een vuist te kunnen maken. Ik ben benieuwd of er na november 2023 hoop gloort of dat de fossiele vazallen het uiteindelijk weer winnen en de broodnodige verandering dan opnieuw in de kiem smoren.
Dit stuk verschijnt gelijktijdig op bevlogen-bourgondisch.nl