De kas in de tuin van Weizigt (foto: Gertjan Kleinpaste

Een stad is continue in ontwikkeling. Niets is immers voor de eeuwigheid. Het is koesteren wat waardevol is en afscheid durven nemen van dat wat de tand des tijd niet kan doorstaan. Soms helpt het noodlot de stedenbouw een handje. Het tragische bombardement van Rotterdam, dat de loop van de Tweede Wereldoorlog in ons land drastisch beïnvloedde, veroorzaakte immens leed, maar bracht de stad jaren later wel een skyline van internationale allure. De vuurwerkramp in Enschede, 13 mei 2000, sloeg een diepe wond in de stad. Uiteindelijk heelde die wond op een manier die stedenbouwkundig heel spannend is.

Al jaren maak ik mij druk over twee monumenten in de stad. Het Teerlinkpand en de Oranjerie. Beide panden zijn in mijn ogen beeldbepalend voor Dordrecht. Gebouwtjes voor de eeuwigheid. Wie met de trein Dordrecht aandoet, ziet vanaf de spoorbrug natuurlijk onmiddellijk de Grote Kerk, ‘Onze Lieve Vrouwekerk’, maar het oog valt ook op dat pandje op de kop van de Kalkhaven, het Teerlinkpand. Het gebouwtje vraagt al jaren om een respectvolle renovatie, al kan dat best met een eigentijdse knipoog. We weten van de Fundatie in Zwolle dat zoiets magnifiek kan uitpakken.

Op het terrein van Woonbron staat een zieltogend gebouwtje. De Oranjerie. Een rijksmonument. Ernstig verwaarloosd. Een woningcorporatie onwaardig. Zo slecht ziet dit gebouwtje eruit. De corporatie lijkt ermee weg te komen en het stadsbestuur heeft het te lang op z’n beloop gelaten. Er lijkt nu echter een oplossing in zicht. In AD de Dordtenaar konden we lezen, dat het gebouwtje wordt verplaatst naar de tuin van het naast Woonbron gelegen Weizigt. Het krijgt een invulling met daghoreca. Een lang gekoesterde wens van de vele bezoekers van Weizigt en het Weizigtpark. Eindelijk een plek om een kopje koffie of een versnapering te kopen.

Pijnlijk is echter dat om dit plan te realiseren de oude kas achter Weizigt zal worden gesloopt. Die kas is tegenwoordig goed zichtbaar vanaf de Krispijnseweg en is een lust voor het oog. Een markant plekje. Ik word er dan ook ronduit verdrietig van, dat om het ene monument te redden een ander markant bouwwerk verloren dreigt te gaan. Een gemeente die zo met beeldbepalende bouwwerken omgaat, gooit in mijn ogen haar eigen glazen in.

Die oude kas is er een om zuinig op te zijn. Dalzelfde geldt uiteraard voor de Oranjerie. De minst elegante oplossing is natuurlijk de ruiten van de kas in te gooien en het bouwsel voorgoed uit de tuin van Weizigt weg te halen. Zelfs al komt daar de Oranjerie voor in de plaats. Dat pand had in mijn ogen in de metamorfose van het Weizigtpark moeten worden betrokken en zou in het park, met de achter Weizigt voorgestelde functie, een enorme trekpleister kunnen zijn. Voor de vele speeltuinbezoekers, mensen die in het park komen sporten of die er ‘s zomers picknicken, omwonenden en passanten die even komen genieten van dat heerlijke park vlakbij het spoor.