Op zondag 16 oktober a.s. is de eerste ‘Regenboog-viering’ in Dordrecht. In de Wilhelminakerk gaat dat gebeuren en vanuit de kerk wordt benadrukt dat iedereen welkom is om God’s liefde, die ons als mensen verbindt, met al onze verschillen en overeenkomsten, te vieren. Hoewel ik niks heb met het institutioneel eren van welke God dan ook vind ik dit een mooie gedachte en een prachtig initiatief.

Ik ben er sowieso niet van om groepsgewijs – al dan niet met samenzang in hele of halve noten – een psalm aan te heffen, de Internationale of het Nederlandse volkslied mee te zingen of in grote getale mee te bleren met een Nederlandse volkszanger. Ik ben een beetje een einzalgänger die houdt van de rust van verlaten straten.

Wat ik wel enorm belangrijk vind, is dat iedereen volledig zichzelf mag zijn. Daarover ging het gisteravond in de Tweede Kamer waar gedebatteerd werd over de vraag of iemand eigenstandig mag beslissen zijn gender aan te laten passen in zijn paspoort of op z’n identiteitskaart. Ik zou overigens gewoon zeggen, haal die gendernotering er überhaupt vanaf. De douanier ziet vanzelf wie er voor ‘m staat. Een mens. Levend en wel. Kennelijk ooit geboren uit de (meestal) liefdevolle versmelting van een man en een vrouw. Dat dan weer wel.

Eerlijk gezegd vind ik dat we in behoorlijk complete tijden leven. Waar we steeds vaker op onze tenen of op eieren moeten lopen om vooral geen mensen onbedoeld voor de schenen te schoppen, voor het hoofd te stoten of tot op het bot te beledigen. We zijn een lichtgeraakt volkje aan het worden. Hoewel we wereldwijd in zo’n ‘woke-kramp’ terecht lijken te zijn gekomen. In de Verenigde Staten vragen scholen vooraf toestemming om de evolutietheorie te berde te mogen brengen of om met klassen te mogen praten over homoseksualiteit en de veelkleurigheid van de liefde. Vaak wordt het hen verboden door conservatieve bestuurders die God’s schepping wat al te nauwgezet uitleggen en die denken dat er maar één boek is dat er werkelijk toe doet. 

In Nederland vinden het maar wat lastig dat op toiletdeuren mannetjes en vrouwtjes staan afgebeeld. Wie zich daar niet in herkent, staat minutenlang vertwijfeld te aarzelen welke deur te kiezen. Mijn geheugen kan me natuurlijk bedotten, maar de Jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw heb ik ervaren als meer relaxed en prettiger dan het tijdgewricht Waarin wij ons nu bevinden. We gaven ons bloot en huppelden ongeacht ons gender vrolijk om elkaar en door elkaar heen. Het lijkt alsof er Victoriaanse revival gaande is en de preutsheid als een verstikkende deken alles en iedereen verlamt.

Ik snap best dat met de opkomst van de Social Media en het afkalven van contact tussen allerlei mensen die elkaar maar nauwelijks kennen een nieuwe sociale werkelijkheid geboren is, waarin mensen steeds meer op hun hoede zijn. Twitter, Facebook, Insta zijn bij uitstek de platforms waarop je, voor je er erg in hebt, genadeloos te grazen kunt worden genomen. De acceptatie van andersdenkenden, anders doenden en van mensen die de liefde anders dan jij beleven en ervaren of die een ‘genderissue’ hebben, wordt vaak wel met de mond beleden maar niet heel sterk innerlijk zo gevoeld.    

“Laat duizend bloemen bloeien”. Laat iedereen vrij en volkomen zichzelf zijn. Gun anderen de ruimte die jij zelf ook graag hebt. Verhef je eigen norm niet tot waarheid of tot maatstaf waarlangs je alle anderen legt. Maar laten we ook voorkomen dat we overal zo op onze woorden moeten letten, dat we er stil van worden.