Kijk, dat Chemours is voor een gedeputeerde of ambtenaar van Zuid Holland of voor een minister of ambtenaar in Den Haag een ‘ver van m’n bed show’. Die zitten niet te pootjebaden in de Beneden Merwede. Die oogsten geen groenten uit het moestuintje vlakbij de chemische fabriek.
Dat doen veel Dordtse, Papendrechtse en Sliedrechtse volkstuinders wel. De eigen oogst is bovendien vaak hard nodig nu de producten in de schappen van de supermarkt almaar duurder worden.
Zowel het rijk als de provincie staan toe dat Chemours PFAS uitstoot en/of loost in de Merwede. In de Verenigde Staten gebeurt dat al bijna helemaal niet meer. Daar is – bij het moederconcern van Chemours – het terugdringen van PFAS in het milieu inmiddels veel verder. Ze willen naar nul uitstoot en lozing. Mogelijk had de film ‘Dark Water’ meer impact in de VS dan in ons land.
Inmiddels is ook vastgesteld dat baby’s in onze regio die borstvoeding krijgen hierdoor ook erg veel PFAS binnenkrijgen. Kortom de risico’s stapelen zich op. Gemeenten rondom Chemours tonen zich terecht erg bezorgd. Alleen Chemours interesseert het geen moer. De gemeenten zijn bovendien niet echt aan zet. De vergunningverlening is geen gemeentelijke taak en wat resteert is de mogelijkheid wat ‘bedenkingen’ te uiten. Het duivelse dilemma daarbij is dan bovendien dat het concern in de regio ook een grote werkgever is waar veel omwonenden hun boterham verdienen.
Het lijkt mij wel verstandig dat bij de vergunning PFAS te lozen in het oppervlakte of uit te stoten in de lucht een afbouwscenario wordt overeengekomen. Zodat die binnenkort – net als in de VS gebeurt – nul is en er een begin gemaakt kan gaan worden met het herstel van de verontreinigde omgeving. Al is ook dat geen gemakkelijke opgave. Ooit moet het toch weer mogelijk zijn veilig worteltjes, spruitjes en boontjes uit het eigen moestuintje te eten.