Misschien hebben jullie de vertrouwde aankondiging voor het december kroegcollege in Visser’s Poffertjes gemist, maar de oplettende lezer zal begrepen hebben dat het op de eerste donderdag van die maand Sinterklaasavond is, zodat we het college voor een keertje overslaan. Niet op de eerste donderdag van januari, maar voor een keer op de tweede, de negende van de maand, is er weer een kroegcollege. De officiële aankondiging daarvan volgt nog, maar ik verklap alvast een beetje wat er staat te gebeuren.

Omdat de oorspronkelijk geplande spreker, die het zou hebben over het reilen en zeilen bij FC Dordrecht, die avond verhinderd is, geeft ondergetekende het kroegcollege, dat zal gaan over twee ereburgers van Dordrecht. Ereburgers die hun onderscheiding allebei hebben verdiend met de pen en dat is bijzonder, want Dordtse schrijvers en dichters van na de negentiende eeuw worden in hun stad maar mondjesmaat gewaardeerd. Die krijgen ergens een onopvallend pad, een onbetekenend achterafparkeerpleintje of een steeg die niemand weet te vinden.

De namen houd ik nog even voor mij, maar de ene ereburger woonde lang in een voorname straat genoemd naar een Hollandse raadpensionaris, terwijl ik om de hoek woonde in de iets minder voorname straat die genoemd is naar zijn broer. De andere, die ik goed heb gekend en bij wie ik ook wel over de vloer kwam, speelde ooit in DFC en was een verwoed aanhanger van FC Dordrecht, zodat we toch nog een beetje in de buurt van de oorspronkelijke planning komen.

Ook als je het raadsel nog niet hebt opgelost doe je er goed aan 2 januari in je agenda te zetten. Het wordt een uniek kroegcollege, dat beloof ik.

Foto: Kees Klok