Ieder jaar houden wij een familiedag. Dit jaar gaat die plaatsvinden in Dordrecht, de geboortestad van onze gezamenlijke grootvader, Cornelis Bekker (1891-1966). Dordrecht is ook mijn geboortestad en de plaats waar ik altijd ben blijven wonen en werken.

In mijn jeugd met gemengde gevoelens. Dordrecht was in de jaren zestig en zeventig nou niet bepaald een bruisende stad met een rijk cultureel leven, maar van lieverlee vergroei je ermee en toegegeven, op cultureel en horeca gebied is er in alle jaren dat ik hier woon veel verbeterd. Ook heeft Dordrecht, ondanks de verwoestende kaalslag van de megalomane stadssanering uit de jaren zestig, nog veel schoonheid behouden. Hoewel deels gefotoshopt, is de Hofstraat bijvoorbeeld een pareltje, resultaat van de omslag in het gemeentebeleid, eind jaren zeventig, van afbraak naar restauratie. Weliswaar na het jarenlang negeren van felle protesten uit de bevolking tegen de stadssanering, maar goed, uiteindelijk een gelukkige koerswijziging. Hoewel ik regelmatig in Thessaloniki verblijf, waar het ook aangenaam toeven is, wil ik nooit meer weg uit Dordrecht. Mijn wortels zijn er inmiddels te diep.

Voornoemde grootvader was een verhalenverteller, evenals mijn moeder. Die verhalen, die ik jammer genoeg niet heb opgetekend toen beide nog leefden, spelen deels in Dordrecht. Nog een band die mij met de stad verbindt. Ooit vertelde opa Bekker mij, als ik met hem als kind door de stad wandelde, dat het café De Poort van Kleef, we gingen er weleens wat drinken, door een familielid was gebouwd. Ik dacht me te herinneren een neef. De Poort van Kleef werd in 1920 een café zo leerde ik van Jan Willem Boezeman, de directeur van het Augustijnenhof. In het pand zit nu Bluebirds in the Backyard en daar begint straks onze familiedag.

Ik ben historicus, dus geïnteresseerd in het verleden. Daarom besloot ik eens uit te zoeken hoe dat zat met die veronderstelde neef van dat café. Zo kwam ik te weten dat een zekere Arie Brenkman twee panden op de Voorstraat samenvoegde tot De Poort van Kleef. Jan Willem Boezeman stuurde me heel behulpzaam een kopie van de bouwtekening. Arie Brenkman was getrouwd met Wilhelmina Recourt en daar ging me een licht op. Mijn overgrootmoeder heette namelijk Anna Recourt, afkomstig uit Dubbeldam, die in 1888 trouwde met de uit Bodegraven afkomstige Daniel Bekker. Zij bleek een oudere zuster van Wilhelmina. De Poort van Kleef is dus niet door een neef van mijn opa, maar door een oom gebouwd.

Arie Brenkman en Wilhelmina Recourt waren in 1920 ook de eigenaren van het café op de Voorstraat, het huidige Centre Ville, dat voorheen werd uitgebaat door haar zus Anna en haar zwager, mijn overgrootouders. Een korte speurtocht in het Regionaal Archief Dordrecht leerde dat boven dat café in 1891 opa Bekker werd geboren, iets dat hij weleens had verteld, maar dat ik nu dus ook kan aantonen. Even voor 1900 moet Daniel Bekker de zaak hebben overgedaan aan zijn schoonzus en zwager en een nieuwe café zijn begonnen op de hoek van de Nieuwbrug en de Wijnstraat, waar hij tot 1946 caféhouder was. Overigens was Arie Brenkman toen nog niet in beeld. Wilhelmina was oorspronkelijk getrouwd met Jan Frans van Leen, die op 18 maart 1900 op 32-jarige leeftijd overleed. Waaraan vermeldt de overlijdensakte niet. Op 23 oktober 1902 hertrouwde Wilhelmina met de uit Heukelom afkomstige Brenkman.

Een en ander maakt me nieuwsgierig naar mijn verdere familiegeschiedenis. Aan mijn vaders kant is daarover een kloek boek De familie Klok en Van der Klok uit Nijkerk verschenen. Daar hoef ik niet meer naar te speuren. Mijn vader was een Rotterdammer die in 1947 uitweek naar Dordrecht om met mijn moeder te trouwen. Het gaat me vooral om de familie aan moeders kant. De familie van de familiedag. Ik speur af en toe wat verder. Wie weet wat voor interessants daar nog uitkomt. Inmiddels weet ik dat een grootmoeder van mijn overgrootmoeder Anna Recourt Arendina Recourt-Van Efferen heette. Arendina, een prachtige naam die, voor zover ik weet, uit de familie is verdwenen. Jammer dat ik geen dochter heb en die op mijn licht gevorderde leeftijd ook wel niet meer zal krijgen. Een broer van mijn grootvader, Jacobus, een naam die in de familie Recourt veelvuldig voorkomt, is in 1942 in de gevangenis van Stassfurt in Saksen-Anhalt overleden en ligt begraven op het ereveld in Loenen. Ik heb nog heel wat uit te zoeken.

Foto: mijn grootouders Cornelis Bekker en Magcheltje Rijkhoek