De woningnood is groot. Starters maken geen schijn van kans om een huis te bemachtigen. Jongeren en studenten vinden vrijwel nergens een betaalbaar onderkomen. Het aantal couchsurfers en economisch daklozen stijgt explosief. Het zo gewenste huis zien veel mensen vaak louter in hun dromen.
Tegelijkertijd hoor je, zowel lokaal als rondom het (tijdelijk verplaatste) ‘Binnenhof’ dat er moet worden ingezet op betaalbaar wonen. In Sliedrecht wordt gewerkt aan een initiatief van twee inwoners om betaalbare starterswoningen te realiseren. Het kan dus wel! Al is het de vraag of betaalbare woningen omgerekend naar de prijs per vierkante meter wel zo betaalbaar zijn als ons wordt voorgespiegeld.
In Dordrecht wordt ondertussen al weken gesteggeld over het bouwprogramma op het Maasterras. Er zijn mensen die het een schande vi den dat er slechts 18,8% sociaal wordt ingepland in dit herontwikkelingsprogramma. Natuurlijk is er ook in Dordt behoefte aan meer betaalbare huisvesting. Gelukkig staat in het ‘Politiek akkoord 2022-2026’ dat er 4000 woningen bijkomen in Dordt, waarvan 30% in de betaalbare categorie, vaak aangeduid met dat woordje ‘sociaal’.
Dat betekent natuurlijk niet dat iedere afzonderlijke gebiedsontwikkeling 30% sociaal in de programmering hoeft te hebben. Het gaat erom dat we het verdeeld over de gehele stad en over die 4000 toe te voegen woningen weten te realiseren. Dat staat overigens los van de vraag of het verstandig is teveel woningen in het duurdere segment te bouwen. Op Stadswerven, bij Plan Tij en op het Maasterras lijkt het accent toch zwaar te liggen op de duurdere woningen. interessant wordt het dan te weten hoe en waar die 30% sociaal uiteindelijk wordt gerealiseerd. Nog belangrijker is de vraag of in dat betaalbare segment wel wordt voorzien in de droomhuisjes van de jongere generatie. Ik denk dat we daarvoor veel creatiever bouwconcepten nodig hebben dan wat ons (te) vaak in artist impressies, bouwprogramma’s en bestemmingsplannen wordt voorgeschoteld. Zoals ik ook denk dat we van het taboe al moeten dat ‘in de polder niet mag worden gebouwd’. Er is echt een heel groot verschil tussen de gehele polders volplempen met woningbouw – een angstbeeld dat sommige lokale politici hun toehoorders graag voorhouden – of verantwoord kleinschalige projecten aan de rafelranden van het buitengebied mogelijk maken.
Nog steeds zou ik graag in die grens tussen stad en buitengebied goed vormgegeven plannetjes met Tiny Houses zien ontstaan. Iets waarvoor ik overigens ook de landtong bij de Biesboschhal, mits gesaneerd, bij uitstek geschikt vind. Ook zou het goed zijn bouwlocaties te bestempelen als ontwikkelgebied voor woonconcepten die op basis van particulier, collectief opdrachtgeverschap. Het gaat er vooral om wat meer creativiteit aan de dag te leggen.