Krispijntunnel

Het Mobiliteitsplan Dordrecht 2040 zet in op een drastische vermindering van autoverkeer en benadrukt alternatieven zoals fietsen, wandelen en openbaar vervoer. Het lijkt op het eerste gezicht een vooruitstrevend mobiliteitsplan dat zich richt op duurzaamheid en bereikbaarheid, maar onder de oppervlakte lijkt er veel meer aan de hand. De verlegging van de weg over de Krispijntunnel is mogelijk een kritiek punt voor zwaar verkeer, en de gemeente lijkt dit probleem weg te moffelen door te focussen op de toekomst van fietsen en openbaar vervoer. Eén van de meest opvallende maatregelen is de voorgestelde sluiting van de Krispijntunnel voor autoverkeer. Wat men echter niet openlijk bespreekt, is de mogelijke rol van Stadsas Dordt in dit verhaal. Is de Krispijntunnel wellicht in de toekomst niet meer bestand tegen zwaar verkeer, en wordt deze sluiting gebruikt om andere plannen door te drukken?

Stadsas Dordt, voorheen bekend als de Dordtse Spoorzone, speelt een sleutelrol in de stedelijke ontwikkeling van Dordrecht. Deze zone moet in de komende jaren de belangrijkste ontwikkelingsas worden van de stad, waarbij niet alleen nieuwe woningen en voorzieningen gepland staan, maar ook een volledige herstructurering van de infrastructuur. De Krispijntunnel, die momenteel een belangrijke verkeersverbinding vormt, ligt in het hart van dit gebied. De plannen om de Burgemeester de Raadtsingel te verleggen richting het spoortalud versterken dit vermoeden. Het idee om de tunnel af te sluiten voor autoverkeer komt niet alleen voort uit mobiliteitsredenen, maar lijkt ook te maken te hebben met de fysieke staat van de tunnel en de omliggende infrastructuur. Kan het zijn dat het plan Stadsas Dordt onuitvoerbaar is zonder deze ingreep?

Zonder een open discussie over de staat van de draagconstructie van de Krispijntunnel, lijkt het Mobiliteitsplan meer een dekmantel voor een dreigende infrastructurele crisis dan een toekomstgerichte visie. De stad heeft recht op antwoorden – en vooral op oplossingen die verder gaan dan simpelweg wegen afsluiten en hopen dat het verkeer zich vanzelf oplost.

De impact van het afsluiten van de Krispijntunnel reikt verder dan alleen het verminderen van autoverkeer. Het zware verkeer, cruciaal voor de bevoorrading van bedrijven en voorzieningen, zal moeten omrijden of zelfs helemaal worden geweerd uit delen van de stad. Maar waar moeten deze voertuigen dan naartoe? De alternatieve routes kunnen het extra verkeer mogelijk niet aan, en de infrastructuur in andere delen van de stad is misschien niet berekend op deze belasting.

Het plan Stadsas Dordt vraagt om grote infrastructurele veranderingen. De stad wil groeien, maar zonder een duidelijke oplossing voor het zwaar verkeer lijkt de mobiliteit binnen en rond dit gebied flink te stagneren. Het sluiten van wegen en tunnels zonder adequate vervangende routes kan leiden tot verkeersopstoppingen, hogere kosten voor bedrijven en een verminderde bereikbaarheid voor bewoners. En dat allemaal om een verouderde tunnel te ontzien?

Bij mij blijft de vraag steken of het Mobiliteitsplan Dordrecht 2040 écht over duurzaamheid en leefbaarheid gaat, of dat het Stadsas Dordt-project de werkelijke drijfveer is achter veel van deze maatregelen. Als de infrastructuur, met name de Krispijntunnel, niet langer voldoet aan de eisen voor zwaar verkeer, dan zouden we dit openlijk moeten bespreken. Het stadsbestuur moet transparant zijn over de fysieke staat van de infrastructuur en de werkelijke redenen achter deze drastische maatregel.