Choëphore (Gerhard Lentink)

Een in het leven geroepen stichting ‘Geschenk Dordrecht 800’ beijvert zich om Hanneken van Dordt weer ‘op haar voetstuk te zetten’. Het beeld moet een geschenk van de inwoners en het bedrijfsleven worden om de herinnering aan de 800ste verjaardag van Dordrecht levend te houden. De initiatiefnemers van de komst van het beeld melden, dat het beeld, inclusief sokkel 20 meter hoog, zal gemaakt worden door de internationaal bekende Dordtse kunstenaar Gerhard Lentink. Volgens de stichting verdient Dordrecht het dat Hanneken van Dordt een plek krijgt op de Stadswerven, vlak bij de plaats waar zij in de 16de eeuw in de buurt van de Groothoofdspoort een prominente plek had. Het beeld wordt een icoon van Dordrecht nabij het prachtige drierivierenpunt, een herkenningspunt om heel trots op te zijn.

In onderstaand artikel wordt nader ingegaan op twee Dordtse reuzen, Hanneken van Dordt, reus Bamberg en de Dordtse Maagd, afgebeeld op de gevel van de Groothoofdspoort.

Choëphore Over het algemeen wordt, vanwege de naam Hanneken, aangenomen dat het reuzenbeeld een vrouw met een stadsvaandel was. Ook de kunstenaar Gerhard Lentink is
daarvan uitgegaan. Zijn uitgangspunt voor het nieuwe beeld waren kariatiden in het Erechtheion, een tempel op de Akropolis in Athene (linker afbeelding). Hij schreef hierover: ‘Alle zes kariatiden zetten heel subtiel een been iets naar voren waardoor het lijkt alsof ze als in een processie naderbij schrijden. Daarbij hielden ze, evenals de choëphoroi (offerplengsters) uit de Orestes-trilogie van Aeschylos, elk een bronzen schaal voor hun lichaam, wat een ongelooflijk imposant totaalbeeld moet hebben opgeleverd. De associatie met de Orestes-trilogie verleende mij de titel voor het beeld: Choëphore.’

Choëphore betekent plengoffer of rouwende. Zoals het brengen van plengoffers naar de doden om de goden te sussen en vrede te brengen aan de doden:

Zend gij uit Hades* heil ons door de hulp van goden, aarde en zegevierend Recht!
Na zulk een bede pleng ik ‘tgeen ik bracht,
terwijl gij met uw klacht die plechtigheid,
een dodenhymne zingend, begeleidt!
En ik breng bij mijn hoogtijd aan dit graf,
hetwelk ik boven alles eren wil,
plengoffers, van mijn erfdeel, uit uw huis. *Hades=dodenrijk

Hoewel het plaatsen van een Dordtse icoon een goed idee is, heeft het ‘Griekse’ beeld dus
niets van doen met Dordrecht. Uiteindelijk heeft de stichting Geschenk Dordrecht 800
besloten het beeld de naam Hanneken van Dordt te geven, echter zonder stadsvaandel, maar met een offerschaal.

Hanneken van Dordt 
Wat is er bekend over Hanneken van Dordt? Eigenlijk heel weinig. Hanneken was een
middeleeuws reuzenbeeld dat stond op de Boombrug tussen het Groothoofd en de Hanneken van Dordttoren. Alleen de kaart van Van Deventer (1545) toont een afbeelding.
J.L. van Dalen schrijft in zijn Geschiedenis van Dordrecht:

‘De Hanneken van Dortstoren stond op of neffens den Boom, en werd reeds vóór 1621 afgebroken. Achter Hanneken van Dort was een plankier, dat o.a. in 157S wegspoelde. De toren verdween, toen de Boom in 1617 met huizen betimmerd werd. In de rekening van 1550 leest men: ‘een jaer huer van den booch aan den westerschen hoeck van Hanneken van Dort’, en ‘van den toorn neffens Hanneken van Dort’ en ‘van een booch onder Hanneken van Dort’. Op de kaart van Jacob van Deventer (1545) staat Hanneken van Dort aangeduid als een banierdrager.’

Kopie uit 1674 van de kaart van J. van Deventer uit 1545.

Was Hanneken van Dordt een vrouw of een man? In het tijdschrift Oud-Dordrecht 2011, nr. 2 schrijft Kees Sigmond over de figuur op de kaart van Van Deventer: ‘Aan de andere zijde van de haveningang zijn drie bogen getekend, met daarop een figuurtje van een soldaat of wachter. Hij ziet het figuurtje dus als een man. Een onbekende auteur schreef in de Dordrechtsche Courant van 17 juni 1939: ‘In de middeleeuwen hadden wij hier onze Hanneken van Dordt, die voorgesteld wordt als de wimpeldrager van de stad, gekleed in de stadskleuren rood-wit-rood. Op het Bolwerk, op den hoek van de Voorstraatshaven, stond hij als een legendarische wachter voor de veiligheid van de stad.’ Ook hier is sprake van een man.

Logo van rederijkerskamer De Violieren in Antwerpen

Een sterker punt dat het om een man gaat, betreft de naam Hanneken. In de middeleeuwen was Hanneken een jongensnaam, zoals blijkt uit de klucht Hanneken Leckertant, geschreven door Jan van den Berghe. Van den Berghe was een Vlaamse rederijker en dichter. Hij was factor (opleider van nieuwe dichters) van de bekende rederijkerskamer De Violieren in Antwerpen Zijn bekendste werk is het kluchtspel Hanneken Leckertant. Met het door Van den Berghe geschreven stuk Hanneken Leckertant wonnen De Violieren in 1541 het landjuweel in Diest, dat georganiseerd werd door rederijkerskamer De Lelie. In het kluchtspel spelen twee jongens, Hanneken en Lippen:
Hanneken, het moederskindje, bedorven en ook doortrapt. Hoe weet hij de plompe Lippen te tergen met zijn lekker hapje. Uit deze klucht blijkt dat Hanneken een jongen is. Hanneken is in de middeleeuwen een mannelijke naam voor Johannes.

Was Hanneken van Dordt een Rolandfiguur?
Roland (ca. 736 – 15 augustus 778), ook bekend als Roeland, was een van de ridders aan het hof van keizer Karel de Grote in de 8ste eeuw. In de latere Middeleeuwen werd hij een populaire held die in liederen en proza werd bezongen. Het bekendste van deze liederen is het 12de eeuwse Chanson de Roland (Roelandslied).

In middeleeuwse steden van Duitsland werd Roland een symbool van vrijheid en
onafhankelijkheid van de adel. In veel van deze steden werd als teken van die vrijheid een reuzen Rolandstandbeeld geplaatst, zoals in Bad Windsheim en Brandenburg. Zou onze Hanneken, zoals afgebeeld op de kaart van Van Deventer, ook een beeld zijn geweest van vrijheid en daarom als symbool van deze vrijheid bij de ingang van de stad zijn geplaatst? Is het dan terecht het vrouwelijk beeld van Lentink Hanneken van Dordt te noemen, daar Hanneken een man was, zoals ook de zogenaamde hannekemaaier? Deze was in vorige eeuwen een seizoenarbeider uit Duitsland om in Nederland op het land te werken. Hannekemaaiers, de naam is ontleend aan Johannes of Hannes, traden traditioneel in dienst op Sint Johannesdag (24 juni).

De reus van Bamberg

De reus Bamberg
De tweede Dordtse reus is Bamberg. Over hem is niet meer bekend dan een afbeelding in het keurboek (1564-1572) in het Dordtse archief, bewerkt door klerk Cornelis Cloott Corneliszn. Cloott versierde zijn pagina’s met tekeningetjes. Zo tekende hij op een lege bladzijde een geharnaste ridder met een vaandel met het Sint-Joriskruis en in de linkerhand het stadswapen van Dordrecht. Boven de tekening staat ‘Bamberg 1564’. Niets wijst in de naastgelegen tekst in het keurboek dat het om een reus gaat. Vanwege het Sint-Joriskruis wordt wel aangenomen dat het om de vaandeldrager van de schutterij van Sint-Joris ging. Maar dan blijven we toch zitten met de naam Bamberg, een stad in Duitsland.

Bij nader onderzoek blijkt deze afbeelding ook op het stadswapen van Bamberg en op eenhoutgravure te vinden. De houtgravure met vaandeldrager is circa 1545 vervaardigd door Jacob Kallenberg en staat afgebeeld in het boek ‘Wapen. Des Heyligen Römischen Reichs Teutscher Natie, Frankfurt am Main 1545. Vergelijken we de op de houtsnede rechtsboven afgebeelde ridder met vaandel en wapenschild, dan moet klerk Cornelis Cloott deze afbeelding gekend hebben. De naam ‘Bamberg’ op de Dordtse tekening heeft dus niets met een Dordtse reus te maken, maar is een kopie van de Bambergse houtsnede. Over een Dordtse reus Bamberg is, voor zover bekend, in de archieven niets terug te vinden.

De Maagd van Dordrecht
Loopt er een lijn van Hanneken van Dordt naar de aan de andere zijde van de Boombrug op de gevel van de Groothoofdspoort afgebeelde Dordtse Maagd? In AD-De Dordtenaar van 25 september 2019 stond het volgende:
‘De Hanneken van Dordtstoren werd gesloopt toen de Boom in 1617 met huizen werd betimmerd. Ook Hanneken zelf zal toen, of kort daarvoor, weggehaald zijn. De Groothoofdspoort werd in die tijd (1616) ook verbouwd en kreeg aan de waterzijde een beeldhouwwerk, de Maagd van Dordrecht. Misschien is deze stadsmaagd wel de opvolgster van reuzin Hanneken. ’Was de stadsmaagd wel de opvolgster van Hanneken óf was er ook al een Maagd van Dordrecht vóór het weghalen van Hanneken van Dordt ?

De Dordtse Maagd die we nu op de gevel zien, werd omstreeks 1616 gemaakt door de uit Luik afkomstige steenhouwer Gillis Huppe. Twee jaar later wordt de eveneens uit Luik afkomstige schilder Nicolaes Huppe betaald voor het schilderen van ‘de nieuwe maegt’. Is er ‘een nieuwe maegt’ dan moet er ook een oude zijn geweest. Daarvoor moeten we terug naar het jaar 1549.

In 1549 werd in Dordrecht prins Philips van Spanje gehuldigd als graaf van Holland. Van deze huldiging en zijn reis door de Nederlanden schreef één van zijn hovelingen, Juan Christobal Calvete de Estrella een verslag, in 1552 uitgegeven in Antwerpen: ‘Op de stadspoort was een maagd geschilderd in een groen grasveld; haar borst was ontbloot en in haar rechterhand hield zij een palmtak, in de andere een schild; zij was omringd door vijftien wapenschilden. Onderaan de schildering stonden twee versregels: Me Mosa et Walis, cum Linga, Merva cingunt / Aeternam Batavae Virginis ecce fidem.’ Dit luidt in vertaling als volgt: ‘Mij omringen de rivieren de Maas en de Waal, samen met de Linge en de Merwede. Ziet hier de eeuwige trouw van de Bataafse (dat is Hollandse) Maagd’. In het stadsarchief komt de Stedemaagd voor het eerst voor in rekeningen over 1554: ‘Den XVIen octobris betaelt Clemens Clemenss van alle die veynsteren ende coesijnen van Sint Jorispoort ende oick die maecht van Hollant met alle die waepens verschildert heeft’.

Uit bovenstaande blijkt dat er al een oudere afbeelding van de Maagd, hier de Maagd van Holland genoemd, geweest is. Het is niet duidelijk of de oude stedemaagd gebeeldhouwd, op een tableau of op de muur geschilderd is geweest.
In 1596 kreeg Gerrit Gerritsz. Cuyp opdracht van de Dordtse magistraat een gebrandschilderd raam te vervaardigen voor de Sint-Janskerk in Gouda. Als voorbeeld zal hij gebruik hebben gemaakt van degeschilderde afbeelding op de toen nog gotische stadspoort.

Links: Detail van het Goudse raam met de ‘Maecht van Hollant’ uit 1596-1598.
Rechts: De Maagd van Dordrecht tegen de gevel van de Groothoofdspoort uit 1616.

In het begin van de 17de eeuw was de Groothoofdspoort toe aan restauratie. De oude gotische poort kreeg een renaissance uiterlijk met een fraai torentje. Het geheel werd in 1616, zoals we eerder zagen, verfraaid met beeldhouwwerk van de steenhouwer Gillis Huppe. Ook beeldhouwde hij een nieuwe Maagd, nu Maagd van Dordrecht genoemd, eveneens omgeven door de vijftien stadswapens. Het schilderwerk werd verzorgd door Gerrit Gerritsz. Cuyp, grootvader van de bekende Dordtse schilder Aelbert Cuyp.
De Dordtse Maagd werd beschouwd als symbool van de onneembaarheid van de stad sinds de Sint Elisabethsvloed uit 1421, vanaf die tijd een eiland, omgeven door water.
————————————————————————————————————————————–
Een alternatieve naam voor het beeld van Gerhard Lentink:
1. STADSVROUWE KEIZERIN MARIA
Ex-keizerin(-weduwe) Maria (van Leuven, 1191-1260), later gehuwd met graaf Willem I (1168-1222)
van Holland was stadsvrouwe van Dordrecht Zij had de stad als huwelijksgift cadeau gekregen.
2. STADSVROUWE DE MAECHT VAN DORDRECHT
Herman A. van Duinen © november 2020

(met dank aan Ton Delemarre)