Foto: Flea Boonstra

Mijn jonge ik was nogal in de ban van het werk van Marten Toonder, de verhalen van Ollie B. Bommel en zijn jonge vriend Tom Poes. De laatste weken moet ik sterk terugdenken aan het boekje ‘De Bovenbazen’ dat in 1973 uitkwam. Het verhaal zelf verscheen overigens al in 1963 in stripvorm in de krant in de periode van 12 augustus tot 7 december van dat jaar.

“Het is ongelijk verdeeld in de wereld. Sommige lieden hebben niets en anderen hebben alles. Als men niets heeft, biedt het leven nog toekomst, maar iemand die alles al heeft, is alleen maar bang iets te verliezen.” Het is een prachtig verhaal over hoe geld meer geld aantrekt. Het gaat er ook over dat bovenbazen niet om mogen gaan met minvermogenden. In een notendop een allegorisch verhaal over de wereld waarin we leven.

Ik moest eraan denken toen ik in AD de Dordtenaar las over de op stapel staande bezuinigingen in Papendrecht en dat wat GroenLinks in die gemeente als diepere oorzaak van dat probleem aandraagt: Papendrecht kocht in 2011 de grond en de gebouwen van Fokker en bouwde voor dat concern het hoofdkantoor dat nu zo prominent aan het Drierivierenpunt prijkt. Vanuit ongetwijfeld nobele motieven, waaronder natuurlijk het behoud van werkgelegenheid en het behoud van deze oer-hollandse vliegtuigbouwer. Oer-hollands is Fokker natuurlijk al lang niet meer. Het bedrijf is opgeslokt door Britse durfkapitalisten, onderdeel geworden van GKN Aerospace en inmiddels eigendom van Melrose. Zoals KLM haar glans heeft verloren, heeft ook Fokker niet meer het aanzien dat het bedrijf van Anthony Fokker ooit had.

Wat we in Papendrecht zien is de clash tussen dorpspolitiek vol goede bedoelingen en de wereld van het grote geld. Dat zien we echt niet alleen in Papendrecht. Politiek, op lokaal, provinciaal of nationaal niveau, gaat steeds vaker over geld en steeds minder over idealen, visie, wereldbeeld. Daarbij is het helaas zo, dat politiek er vooral over gaat schaarse middelen toe te delen aan lovenswaardige doelen, publieke taken en activiteiten. In ‘Binnenlands Bestuur’ viel al maanden geleden te lezen dat veel gemeenten krap bij kas zitten en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) trekt daarover regelmatig aan de bel bij het kabinet.

Wij zien in werkelijkheid feitelijk gebeuren wat Marten Toonder zo plastisch beschreef. Geld trekt steeds meer geld aan en dat gaat ten koste van heel veel zaken in het leven van alledag. Vermogen wordt in, met name de Westerse wereld, hoger aangeslagen dan arbeid. Hebzucht is niet voor niets één van de zeven hoofdzonden. Het is zoals Mahatma Ghandi ooit zei: “Er is genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.”

Aanstaande vrijdag spreek ik in Via Cultura Weekendmagazine met Femke Merel van Kooten. Het is het vijfde en laatste gesprek in een reeks van gesprekken met poltieke partijen die nu nog niet in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd. Al is mijn gast van vrijdag, afgeplsitst van de Parttij voor de Dieren, nu al wel onafhankelijk Kamerlid. Wat opvalt bij deze nieuwe politieke partijen is hun voorliefde voor grassroots, voor bottom-up initiatieven, voor een andere politiek. Het lijkt erop dat daar waar mensen gezamenlijk initiatieven ontplooien en van onderaf aan hun eigen idealen bouwen iets ontstaat dat meer waarde heeft dan louter geld. Mijn ‘bio’ op Twitter vermeldt al een aantal jaren: “Met ideeën verbind je mensen, met geld verdeel je mensen.”

De wereld is mooier buiten de gebaande paden en de samenleving is fraaier daar waar mensen hun krachten bundelen en nieuwe initiatieven ontwikkelen. De kracht van goede volksvertegenwoordigers, op ieder vertegenwoordigend niveau, is het om die initiatieven te herkennen, te waarderen en te stimuleren. Dat vraagt een beetje lef. Om van het gebaande pad af te stappen en te gaan kijken hoe de wereld er een paar meter naar links of naar rechts echt uitziet.