Foto: Gertjan Kleinpaste

Je kan als gemeente wel voortdurend wijzen naar die splinter in het oog van de ander, toevallig een projectontwikkelaar met de niet al te complimenteus bedoelde aanduiding “Rupsje Nooitgenoeg”. Je vergeet dan als gemeente wel die balk in het eigen oog.

De staat van het Teerlinkpand is tenenkrommend. Het pand op één van de fraaiste plekjes van Dordt, een plek met enorm veel potentie, staat er triest en troosteloos bij. Al vele jaren. Veel van die jaren gingen voorbij zonder oplossing, maar vooral ook met een haast continue getouwtrek over wat er wel of juist niet mocht met dat bijzondere pandje. Wie mij een beetje kent, weet dat ik eerder bij de ‘rekkelijken’ hoor dan bij de ‘preciezen’. Het is altijd beter een brug te slaan tussen uiteenlopende standpunten, dan de zaak zo lang zonder oplossing te laten voortduren. 

Laten wij bovendien eerlijk zijn. We kunnen voortdurend wijzen naar dat puntje van de Kalkhaven, maar de gemeente zelf heeft ook geen goed trackrecord waar het de zorg en het beheer van monumenten betreft. Ik noem De Munt, de Berckepoort, de Biesboschhal, de kraanbaan bij Stadswerven en de Oranjerie op het terrein van Woonbron. En – eerlijk is eerlijk, er zijn ook goede voorbeelden: het Energiehuis, het Dordrechts museum en Kunstmin zijn zorgvuldig en goed aangepakt en ze vormen drie pijlers voor het culturele klimaat in de stad. Daar is juist dit weekend een pareltje bijgekomen door particulier initiatief: de Kunstkerk. Na een indrukwekkende verbouwing is de Kunstkerk weer toegankelijk voor publiek. De Oranjerie schijnt uiteindelijk in 2023 daadwerkelijk opgeknapt te worden. 

Achterstallig onderhoud wordt niet goedkoper door het steeds weer vooruit te schuiven. Iedere stadsbestuurder die zich erover beklaagt dat het nu te duur is, weet potverdrie dat het volgend jaar of het jaar daarop nog duurder zal uitvallen. Nu het oude gebouw van de Belastingdienst aan de Spuiboulevard binnenkort wordt gesloopt, vertrekt DOOR naar de Munt, waar nu ook al het Leerorkest Drechtsteden is gehuisvest. Daarmee verkast DOOR opnieuw naar een gemeentelijk pand dat veel te bieden heeft, maar in matige conditie verkeert. Voor de Berckepoort heb ik sinds ik in Dordt woon verschillende plannen langs zien komen. Recent ging een aanbesteding volledig mis. Het gebouw verkeert in een erbarmelijke staat en wie er ook wat gaat doen – voor het prachtige theaterzaaltje en de foyer weet ik echt wel een paar goede invullingen – zal behoorlijk wat werk hebben aan het achterstallige onderhoud.

Het deed zeer dat de aanbestedingen van zowel de Berckepoort als de Biesboschhal op een fiasco uitdraaide. Gewoon niet okay! Twee pareltjes in het gemeentelijk vastgoed, die indien de gemeente ze wil afstoten een invulling zouden moeten krijgen die iets toevoegt aan de uitstraling van Dordrecht. In mijn ogen liefst door naast de krachtige uitstraling die voortkomt uit de rijke historie een open en toegankelijke hedendaagse component toe te voegen aan de stad. Ik was gecharmeerd van het idee voor een portretmuseum in de Berckepoort. Het intieme zaaltje daar zou een logische springplank zijn voor het vele Dordtse talent dat een podium zoekt dat betaalbaar is en dat hen op weg helpt naar de fase dat het Energiehuis voor hen haalbaar is.  

De Biesboschhal kan een enorme trekpleister zijn als er een goede cultureel maatschappelijke bestemming aan wordt gegeven. Dan is het wellicht minder cashen voor de gemeente, maar het draagt wel bij aan het verder uitbouwen van de aantrekkelijkheid van de stad en aan het cultureel klimaat dat we moeten koesteren. Onder de top van de culturele scene hoort een brede basis met veel getalenteerde mensen. Van hen zal niet iedereen de top bereiken, maar iedereen draagt bij aan het klimaat waarin talent wordt ontwikkeld. Tegen die gedachte is het zo verduveld jammer dat de gemeente haar eigen vastgoed onvoldoende heeft geconserveerd en onderhouden. Een bescheiden hapje uit de ‘Eneco miljoenen’ zou in dat opzicht voor deze monumenten een impuls kunnen betekenen. Laten we eerlijk zijn, de gemeente is aan haar eigen stad verplicht een voorbeeld te zijn waar het gaat over de zorg voor ons industrieel erfgoed en onze monumenten.