Volkstuintjes zijn sinds de wereldoorlogen niet meer zo populair geweest als vandaag. Steeds meer stadsbewoners willen hun eigen groenten, fruit en kruiden telen. Eigen kweek heeft de naam gezonder te zijn, maar zeker in De Staart-Oost is dat, met haar lucht- en bodemvervuiling, een vraagteken.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komt na een vervolgstudie tot de conclusie dat de gevaarlijke stoffen PFOA en GenX mogelijk twintig keer schadelijker zijn dat tot nu toe werd gedacht. De RIVM stelt vast dat groenten kweken binnen een straal van 1 kilometer van de fabrieksschoorstenen van Chemours risico’s inhoudt. Wethouder Rik van der Linden wil zo snel mogelijk starten met het onderzoek. Hij wil moestuineigenaren voor het seizoen 2022 duidelijkheid geven. “Deze stoffen horen niet in het milieu. De stoffen breken niet af”, vertelt Van der Linden.

Voor (moes)tuinen verder weg dan 1 km van chemiebedrijf Chemours kan het RIVM nog geen nieuw advies geven. Daarvoor worden opnieuw de concentraties van PFAS zoals GenX en PFOA in gewassen gemeten. Tot die tijd adviseert de GGD uit voorzorg om in het onderzochte gebied op 1-4 kilometer van de fabriek, het eten uit eigen tuin te matigen; dat wil zeggen niet te vaak en niet te veel.

De groenten uit tuintjes die het dichtst Chemours liggen, bevatten de hoogste concentraties. De inzichten zijn nog steeds in ontwikkeling. Het gebruik van PFOA is in 2012 gestopt, maar de gevolgen merkt Dordrecht tot op de dag van vandaag.

Gelukkig zijn de Europese normen voor PFAS in voedsel strenger geworden. Over het algemeen zijn er volgens het RIVM niet direct gezondheidsproblemen te verwachten. De onderzoekers waarschuwen dat de (moes)tuingroenten en fruit een belangrijke bron kunnen vormen voor de opname van PFOA, met alle gezondheidsrisico’s van dien. Zo kan opname schadelijke effecten hebben op het immuunsysteem en op de voortplanting en ontwikkeling van het ongeboren kind. Langdurige inname van PFOA is mogelijk kankerverwekkend. Ook kan de stof problemen opleveren voor dieren die in de top van de voedselketen staan. Denk aan vogels en roofdieren.

Het toont volgens mij vooral aan wat we al een tijdje weten: In de onmiddellijke omgeving van een stad moet je geen vervuilende fabriek willen. Moeten alle Staartenaren hun (moes)tuintje snel onderspitten om er dan maar bloemen op te zetten? Nee, we moeten voorzichtig zijn met de interpretatie ervan, en niet té gealarmeerd zijn.