Foto: Gertjan Kleinpaste

De corona-tijd is vooral een periode van het grote vervelen. Veel van wat het leven aangenaam maakt en zeer de moeite waard is in de ban gedaan. Besmettingsgevaar niet waar.

Mijn lief en ik hebben er een goede gewoonte van gemaakt een paar keer per week een heerlijke avondwandeling te maken. Geen ‘Erik Scherder ommetje’. Geen stappenteller ook. Gewoon een stukje sjouwen. Aangenamer dan voor de buis op de bank hangen.

Voorzichtig gloort er inmiddels hoop. Zijn de terrassen geopend van 12.00 tot 18.00 uur. Het kabinet geeft ons straks zelfs de ruimte om ‘s ochtends om 06.00 uur een terrasje te pikken. Al ben ik benieuwd hoeveel horeca-ondernemers dan al monter met het schort voor de bestelling komen opnemen. Ik zie meer heil in die twee uurtjes na 18.00 uur dat we nog even mogen blijven zitten. Dat de bitterballen toch op tafel mogen komen.

Met het verdwijnen van de avondklok werd het avonduur weer fijner. Nu het avontuur nog. De ontdekkingstocht door de mooie musea die Dordt rijk is. Want ook na 19 mei blijven de deuren van de musea dicht. Terwijl reserveren per tijdslot en een gemaximeerd aantal bezoekers in die museumzalen echt een veiliger situatie oplevert dan de over jouw schouder iets uit de vriezer grissende klanten in een supermarkt.

Ik kan in ieder geval niet wachten totdat we weer op safari kunnen langs 19e eeuwse meesters in het Dordts museum of op avontuur in het Onderwijsmuseum, het Huis van Gijn of Pictura. Verder staat hoog op m’n verlanglijst dat de restaurants weer open mogen. Natuurlijk kan je bij lokale restaurants ook afhalen of bestellen, maar m’n hemel wat een feest zal het zijn weer eens lekker uit eten te gaan.

De zomer is in aantocht. Niet het beste seizoen voor een hardnekkig virus. Laat dat dan maar bevorderlijk zijn voor de sfeer, de vrijheid en de vrolijkheid in de stad.